De voorzitter opent de zitting op 20/12/2021 om 19:38.
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, goedgekeurd op 21 januari 2019, in het bijzonder art. 41.
Er zijn geen publieksvragen.
Op 15 november 2021 vond een gemeenteraad plaats waarvan de notulen en het zittingsverslag in een volgende zitting moeten worden goedgekeurd.
De notulen zijn terug te vinden in bijlage, het zittingsverslag werd gepubliceerd op de gemeentewebsite en is raadpleegbaar via https://kontich.notubiz.be/
Art. 32 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Enig artikel.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 15 november 2021 worden goedgekeurd.
Op 12/10/2021 ontving het secretariaat de brief van de gouverneur betreffende de jaarrekening gemeentebestuur Kontich 2020 via het digitaal loket van het Agentschap Binnenlands Bestuur. De brief zit in bijlage.
Art. 332 § 1 derde lid van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid ter kennis worden gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of OCMW-raad.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Enig artikel.
De raad neemt kennis van de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van het gemeentebestuur door de gouverneur, bij gouverneursbesluit van 11/10/2021.
Wijziging 2021/1 van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Kontich werd vastgesteld door de Raad van Bestuur in zitting van 20 december 2021. Het wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.
Artikel 41, §2, 21° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de goedkeuring van het meerjarenplan, en de aanpassingen ervan, van een autonoom gemeentebedrijf.
Enig artikel.
De raad verleent goedkeuring aan wijziging 2021/1 van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Kontich, vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Kontich op 20 december 2021.
De transactiekredieten van de investeringen 2022 worden in het voorstel van aanpassing 2021/1 meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Kontich geraamd op 312.000 EUR.
Door te werken met prijssubsidies worden investeringen in het AGB slechts gefinancierd à rato van de afschrijvingen. De aannemers en leveranciers willen echter bij (op)levering betaald worden en bij grotere investeringen kan dit voor het AGB leiden tot thesaurietekorten. Om dit tijdelijk thesaurietekort te overbruggen, is het aangewezen dat de gemeente een renteloze lening toestaat aan het AGB ter financiering van de investeringen.
De terugbetaling dient te gebeuren à rato van de afschrijving van de investeringen waarvoor deze renteloze lening werd uitbetaald. De terugbetaling begint dus pas te lopen op het moment van de activering van de investering in de boekhouding van het AGB.
Voorafgaande beslissing nr. 2010.047 dd. 30 maart 2010 bevestigt dat het renteloze karakter van een lening die wordt verstrekt door een gemeente aan een AGB niet wordt aangemerkt als een verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel in hoofde van het AGB.
De noodzakelijke kredieten zullen voorzien worden in het meerjarenplan van het gemeentebestuur Kontich.
Enig artikel.
De gemeenteraad keurt volgende leningsovereenkomst goed:
LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGSPORTEFEUILLE 2021
Tussen:
De GEMEENTE KONTICH, met zetel te te 2550 Kontich, Gemeenteplein 1, hier vertegenwoordigd door:
- De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Peter LAMBRECHTS;
- De Algemeen directeur, zijnde de heer Luc DOM;
Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht van de toezichthoudende overheid;
hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF KONTICH, afgekort “AGB Kontich”, met zetel te 2550 Kontich, Gemeenteplein 1 en ondernemingsnummer 0871.968.335, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Luc ABRAMS,
Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Kontich op 13 september 2004 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering op 8 december 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 25 januari 2005;
Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht van de toezichthoudende overheid;
hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,
hierna samen genoemd ‘de partijen’
wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:
Art. 1 – Voorwerp
De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.
Art. 2 – Hoofdsom
De Lener erkent aan de Uitlener de som van 312.000 EUR verschuldigd te zijn. Dit bedrag wordt evenwel aangepast aan het effectief opgenomen bedrag.
Art. 3 – Doel van de lening
De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de transactiekredieten van de investeringen 2022.
Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.
Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.
Art. 4 – Duurtijd
Deze lening is toegestaan voor een termijn tot 31 december 2056.
Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.
Art. 5 - Vaststelling renteloosheid
Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.
Art. 6 – Terugbetaling
De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:
Afhankelijk van het bedrag dat effectief door de Lener wordt opgenomen, wordt de definitieve aflossingstabel opgesteld. De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.
De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).
Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE66 0910 0009 8443 van de Uitlener.
Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling
Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.
Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.
Art. 8 – Opeisbaarheid
Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:
× de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;
× de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.
Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijke vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.
Art. 9 - Wijzigingen
Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.
Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid
Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.
Art. 11 - Toepasselijk recht
Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.
Art. 12 – Splitsbaarheid
De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.
Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.
Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.
Aldus opgemaakt en ondertekend te Kontich op 20 december 2021 in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen
Voor de Uitlener,
De Algemeen directeur, De Voorzitter van de gemeenteraad,
L. DOM P. LAMBRECHTS
Voor de Lener,
De Voorzitter van de raad van bestuur,
L. ABRAMS
Om economisch leefbaar te zijn is het nodig dat het Autonoom Gemeentebedrijf Kontich vanwege de Gemeente Kontich prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang tot de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur.
Aan de gemeenteraad Kontich wordt goedkeuring gevraagd over het prijssubsidiereglement AGB Kontich.
Artikel 41, §2, 2° van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van gemeentelijke reglementen.
De noodzakelijke kredieten zijn voorzien in het budget van het gemeentebestuur.
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Kontich goed;
Artikel 2.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT SPORTINFRASTRUCTUUR AGB KONTICH
Het Autonoom Gemeentebedrijf Kontich heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2022 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Kontich vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten uit het verlenen van recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur minstens EUR 1.044.390,49 (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn wenst het autonoom gemeentebedrijf Kontich vanaf heden de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6 % btw) voor recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur te vermenigvuldigen met een factor 4,66.
De Gemeente Kontich erkent dat het autonoom gemeentebedrijf Kontich, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur moet vermenigvuldigen met een factor 4,66 om economisch rendabel te zijn.
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur wenst de Gemeente Kontich dat er tijdens het kalenderjaar 2022 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de sportinfrastructuur. De Gemeente Kontich wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur toegankelijk zijn voor iedereen. De Gemeente Kontich verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Kontich voor recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur bedraagt de prijs (inclusief 6% btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 3,66.
De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief 6% btw) kunnen steeds geëvalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf Kontich. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de Gemeente Kontich deze steeds documenteren.
Het Autonoom Gemeentebedrijf Kontich moet op de 15de werkdag van elk kwartaal de Gemeente Kontich een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens het voorbije kwartaal tot de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf Kontich uitreikt aan de Gemeente Kontich. De Gemeente Kontich dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Kontich binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2023 zal worden onderhandeld tussen de Gemeente Kontich en het Autonoom Gemeentebedrijf Kontich vóór 01 januari 2023.
De coronamaatregelen hebben een grote impact op de financiële toestand van het AGB Kontich.
Een AGB wordt gekwalificeerd als BTW-belastingplichtige met recht op BTW-aftrek in de zin van artikel 4, § 1, WBTW onder de strikte voorwaarde van winstuitkering. Dat betekent dat de globale werking van het AGB winstgevend hoort te zijn, en daarenboven effectief winst moet (kunnen) worden uitgekeerd. Omdat de tarieven aangerekend door de AGB’s vaak onvoldoende zijn om alle kosten te dekken (en dus winst te genereren), komt de gemeente tussen met een prijssubsidie. In tijden van Covid-19 haalt de omzet en dus ook de prijssubsidie niet het niveau dat nodig is om winst te genereren (vaste kosten blijven immers gewoon verderlopen).
Om die reden stelt de fiscus, in de circulaire 2021/C/57 van 11 juni 2021, dat voor boekjaar 2021 enkel het resultaat vanaf 1 oktober zal worden beoordeeld in de context van het winstoogmerk van een AGB. Evenwel zullen de verliezen, ook al worden deze getolereerd in deze tijdelijke context, er mogelijks voor zorgen dat er ook in de komende jaren geen winstuitkering mogelijk zal zijn, wegens gecumuleerde verliezen uit ‘vorig boekjaar’. Deze situatie zou er kunnen toe leiden dat de fiscus oordeelt dat de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk louter theoretisch zijn en dat de vrijstellingen in het BTW wetboek (art. 44, §2, 3°, 4°, 6°, 7° en 9° WBTW) wèl van toepassing zijn bij gebrek aan winst(uitkering). In dat geval zou het AGB het recht op BTW aftrek verliezen. De verliezen die geleden worden als gevolg van de corona-crisis worden bijgevolg best weggewerkt. Dat kan door een uitzonderlijke ‘gewone’ werkingssubsidie toe te kennen in het boekjaar. Voor boekjaar 2021 betekent dat dat de gemeenten een corona-toelage kunnen toekennen aan hun AGB, met betrekking tot het corona-verlies van de eerste 3 kwartalen van 2021. Deze algemene werkingstoelage is, in tegenstelling tot de prijssubsidies, vrijgesteld van BTW. Vanaf 1 oktober 2021 verwacht de fiscus dat de AGB’s wèl opnieuw winst kunnen maken.
Omdat de fiscale vrijstelling van de gemeentelijke corona-toelagen door de Wet van 2 april 2021 houdende de tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie verlengd werd tot 31 december 2021, zal deze toelage bovendien in het AGB ook vrijgesteld zijn in de vennootschapsbelasting wanneer ze wordt betaald of toegekend vóór 31 december 2021. Dat betekent dat de corona-toelage met betrekking tot de eerste 3 kwartalen van 2021 dus nog tot het einde van het jaar kan worden beslist, en nog steeds zal vrijgesteld worden in de vennootschapsbelasting.
De corona-toelage kan wellicht enkel worden berekend/gestaafd door opmaak van een tussentijdse toestand op datum 30 september 2021. Q&A nam de berekening van de corona-toelage op zich en kwam tot een bedrag van 177.999,58 euro.
Enig artikel.
De raad beslist om aan AGB Kontich een uitzonderlijke algemene werkingstoelage (corona-toelage) toe te kennen van € 177.999,58, als tussenkomst in de geleden verliezen van AGB Kontich in de eerste 3 kwartalen van 2021 ten gevolge van de maatregelen ter bestrijding van Covid-19.
De beleidsrapporten van de gemeente en het OCMW vormen een geïntegreerd geheel.
Het meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
In de strategische nota van het meerjarenplan worden de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid geïntegreerd weergegeven.
In de financiële nota van het meerjarenplan wordt de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota weergegeven en wordt verduidelijkt hoe het financieel evenwicht wordt gehandhaafd.
De toelichting van het meerjarenplan bevat de alle informatie over de verrichtingen en het ontwerp van meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.
Artikel 41 3° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de goedkeuring van de beleidsrapporten van het gemeentebestuur en het OCMW en de aanpassingen ervan.
Het advies van het managementteam dd. 24/11/21.
Artikel 1.
De raad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast, voor het gedeelte van de gemeente, omvattende de strategische nota, de financiële nota en de toelichting. De kredieten voor 2022 worden vastgesteld.
Art. 2.
De raad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 goed, voor het gedeelte van het OCMW, volgens het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van heden.
In bijlage de begroting 2022 en bijhorende motivatienota van de brandweer Zone Rand.
Er vond een algemene digitale infosessie plaats op woensdag 17 november 2021.
Art. 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het jaarlijks te financieren saldo van de zone moet gefinancieerd worden door de gemeenten van deze zone.
Werkingstoelage 2022 : 743.702 euro
Investeringstoelage 2O22 : 234.650 euro
Art. 1.
De gemeentelijke werkingstoelage aan de brandweer Zone Rand dienstjaar 2022 bedraagt 743.702 euro.
Art. 2.
De gemeentelijke investeringstoelage aan de brandweer Zone Rand dienstjaar 2022 wordt vastgesteld op 234.650 euro.
Art. 3.
Afschrift van huidige beslissing wordt overgemaakt aan de financieel directeur van de gemeente Kontich en de financieel beheerder van de brandweer Zone Rand.
Het budget van de gemeente Kontich voor het dienstjaar 2022, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 20 december 2021.
In het budget 2022 een bedrag van 2.444.078 euro werd ingeschreven als dotatie voor de politiezone HEKLA.
De begroting van de politiezone HEKLA , vast te stellen door de politieraad op 22 december 2021.
Het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.
Gelet op de bepalingen van artikel 71 van de wet van 7 december 1998, tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 1.
De gemeenteraad besluit de dotatie van de gemeente Kontich aan de politiezone HEKLA voor het dienstjaar 2022 vast te stellen op 2.444.078 euro.
Art. 2.
De gemeenteraad besluit deze beslissing over te maken aan de Gouverneur van de provincie Antwerpen.
In toepassing van het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale besturen, diende elk bestuur een aanvullend pensioenstelsel, ook wel tweede pensioenpijler genoemd, in te voeren voor al het contractueel personeel. Voor het personeel van het gemeente en het OCMW werd het percentage van de 2de pensioenpijler vastgesteld op 1% met ingang van 1 januari 2011.
In toepassing van het VIA-4 akkoord voor de diensten en de instellingen die door Vlaanderen gesubsidieerd worden, kon een aanvraag ingediend worden om beroep te doen op de door de Vlaamse Regering gedoteerde middelen om de koopkracht van de personeelsleden uit deze sectoren te verhogen. Door het bestuur werd geopteerd om de pensioentoelage voor de tweede pensioenpijler van de contractuele personeelsleden van de VIA-diensten met ingang van 1 januari 2014 te verhogen met 2,5%. Voor deze verhoging werd er beroep gedaan op de reguliere middelen die met het VIA-4 akkoord aan het bestuur toegekend werden. Deze middelen worden elk jaar toegekend. Het bedrag ligt vast. Deze verhoging van de tweede pensioenpijler was dus in eerste instantie enkel voorzien voor de contractuele medewerkers van de VIA-diensten (gezinszorg, kinderopvang, …) Omdat niet alle voor de sector toegekende koopkrachtmiddelen van het VIA-4 akkoord aangevraagd en besteed werden, konden besturen een aanvraag indien voor de zogenaamde restmiddelen. Er werd geopteerd om de aan het bestuur toegekende restmiddelen van het VIA-4 akkoord met ingang van 1 januari 2015 te besteden aan de verhoging met 2,5% van de pensioentoelage voor de tweede pensioenpijler van de contractuele personeelsleden die niet behoren tot de VIA-diensten van gemeente en OCMW. Het bedrag van de restmiddelen lag niet vast, en vermindert jaarlijks aangezien stelselmatig meer en meer besturen hiervan gebruik maakten. Sinds 1 januari 2015 genieten alle contractuele personeelsleden dus van een tweede pensioenpijler van 1%+2,5%. In november 2017 besloot de gemeenteraad om - ongeacht de toegekende restmiddelen - de tweede pensioenpijler te verankeren op 3,5%.
De wet van 30 maart 2018 (Wet Bacquelaine) wenste de lokale en provinciale besturen verder aan te moedigen om een aanvullend pensioen in te voeren. Hiertoe werd de mogelijkheid ingevoerd om een gedeelte van de kost voor de financiering van het aanvullend pensioen in mindering te brengen op de responsabiliseringsfactuur (cfr. vermindering statutaire tewerkstelling). Een lokaal of provinciaal bestuur dat een aanvullend pensioenstelsel heeft dat aan de voorwaarden voldoet, kan 50 % van de kost van dit pensioenstelsel in mindering brengen op zijn responsabiliseringsbijdrage. Eén van de voorwaarden stelt dat het pensioenstelsel ten gunste moet zijn van alle contractuele personeelsleden, en er moet voorzien worden in de storting op de individuele rekening van een bijdrage op jaarbasis voor de opbouw van een rustpensioen ten belope van minstens 2% vanaf 1 januari 2020 en 3% vanaf 1 januari 2021 van de verloning die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen voor het beschouwde jaar. De aan de werkgevers toegekende verminderingen van de responsabiliseringsbijdrage voor de kost van het pensioenstelsel worden ten laste gelegd van de geresponsabiliseerde werkgevers die geen recht hebben op deze vermindering in verhouding tot het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage die elk van deze laatste werkgevers verschuldigd zijn. Dit wil dus zeggen dat het niet-invoeren van dit aanvullend pensioenstelsel zal resulteren in een boete. Aangezien we met onze tweede pensioenpijler al langer op 3,5% zitten, hebben we al recht op deze korting van 50% op de responsabiliseringsbijdragen.
In uitvoering van actie 6.3.5. in de meerjarenplanning 2020-2025 versterken we de tweede pensioenpijler van het contractueel personeel met 0,5% vanaf 2022 en nog eens 0,5% vanaf 2024.
De nodige kredieten worden voorzien in budgetwijziging 02/2021.
Enig artikel.
De gemeenteraad gaat akkoord om het percentage voor de tweede pensioenpijler voor alle contractuele personeelsleden te verhogen tot 4% van het pensioengevend jaarloon vanaf 2022 en 4,5% van het pensioengevend jaarloon vanaf 2024.
Elk jaar zijn er een aantal werken betreffende groenonderhoud die niet door de groendienst kunnen gedaan worden. Dit is noodzakelijk om de gemeente Kontich proper te houden qua groenonderhoud. Er wordt hiervoor opnieuw een opdracht uitgeschreven om dit uit te besteden aan een bedrijf in de sociale economie. Gezien het vorige contract met de vorige aannemer is afgelopen, is het tijd om een nieuwe opdracht uit te geven.
Voor deze opdracht is er een raming voorzien van 163.350 euro.
De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, behalve als het gaat om een van de volgende opdrachten 1)de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur' 2) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd (Art. 41, 10° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Artikel 1.
Goedkeuring wordt verleend aan onderhavig bestek, raming en meetstaat voor de opdracht “buitengewoon groenonderhoud plantvakken, pleinen & parken”. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, als ook de gunningswijze.
Art. 2.
de volgende ondernemer worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Context
Omdat zowel de handhavende instanties als het Parket slechts beperkte tijd en middelen hebben, heeft de minister in 2010 voor de eerste keer gevraagd aan de Vlaamse Hoge Raad voor Milieuhandhaving om een prioriteitenplan voor vijf jaar op te stellen. Dezelfde oefening is in 2015 herhaald.
Daarnaast heeft ook het Openbaar Ministerie in 2012 deze oefening gemaakt. Op basis van deze sorteernota wordt bepaald of een zaak gerechtelijk vervolgd zal worden, administratief beboet zal worden of geseponeerd moet worden.
Voor ruimtelijke ordening is deze visie in 2015 ontwikkeld. De Vlaamse regering heeft op 22 juni 2018 de “criteria voor het bestuurlijk beboetingsbeleid in de ruimtelijke ordening” meegedeeld.
Het Openbaar Ministerie heeft besloten om geen dossiers van gemeentes meer te vervolgen indien ze geen prioriteiten vastleggen in een handhavingsprogramma. Voor ruimtelijke ordening is een bijkomende voorwaarde dat gemeentes zich bereid verklaren om ook herstel te vorderen.
Voor de periode 2015-2020 is er voor milieu een handhavingsprogramma uitgeschreven door IGEAN.
Om een duidelijke visie weer te geven, de tijdsverdeling en prioriteit voor dossiers te bepalen en om tegemoet te komen aan de vraag van het Parket, heeft de dienst omgeving een handhavingsprogramma uitgewerkt. Doordat de wetgeving en de handhaving van ruimtelijke ordening, onroerend erfgoed en milieu sterk verschillen worden de prioriteiten in het programma deels opgesplitst.
Inhoud van het handhavingsprogramma
Het gehele handhavingsprogramma 2021-2025 is bijgevoegd in bijlage en maakt integraal deel uit van dit besluit.
De visie van de gemeente is van in eerste plaats preventief te werken en nieuwe overtredingen te voorkomen en indien nodig aan te pakken. Historische (voor 1/10/2021, nieuwe bouwcode) dossiers worden niet aangepakt tenzij zij een grote impact hebben op de omgeving of zij een precedent scheppen voor andere nabijgelegen percelen. Het college beoordeeld mee de impact van de historische dossiers.
Voor leefmilieu worden volgende dossiers als prioritair behandeld:
- Vergunningsplichtige handelingen: het opvolgen van vergunningen en het controleren of de nodige vergunningen aanwezig zijn.
- Bescherming van water: Beschermen van waterkwaliteit. Voorkomen van schade aan de grondwaterlagen.
- Bescherming van groen: Toezicht op de naleving van de pesticidewetgeving.
- Opslag van afval en afgedankte voertuigen
- Mest: enkel de kleine dossiers worden behandeld door de gemeente, voor grote dossiers wordt een technisch verslag overgemaakt aan de VLM. Deze dossiers onder hun bevoegdheid.
Voor ruimtelijke ordening worden volgende dossiers als prioritair behandeld:
- Vergunningsplichtige handelingen: het opvolgen van vergunningen en het controleren of de nodige vergunningen aanwezig zijn.
- Bescherming van water: Opvolgen van werken aan waterlopen.
- Bescherming van groen: Hierbij worden drie acties omschreven, namelijk: het vellen van bomen, het beschermen van bomen op werven en de aanleg van groenbuffers
- Verharding van tuinzones
- Terreinwijzigingen: Terreinwijzigingen kunnen een sterke invloed hebben op de waterhuishouding van een gebied en worden daarom prioritair behandeld.
Voor onroerend erfgoed worden volgende dossiers als prioritair behandeld:
- Vergunningsplichtige handelingen: het opvolgen van vergunningen en het controleren of de nodige vergunningen aanwezig zijn.
- Bescherming van groen: Het beschermen van houtig erfgoed en bomen die deel uitmaken van een beschermd dorpszicht of beschermd landschap.
- Verwaarlozing van erfgoed: actiefbehoudsbeginsel
- Afgravingen en het naleven van de archeologienota
- Gebruik van metaaldetectoren zonder vergunning
- Vandalisme van erfgoed: passiviteitsbeginsel
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt dat de Gemeenteraad bevoegd is voor het bepalen van het beleid van een gemeente.
De gemeenteraad overweegt om het handhavingsprogramma aan te passen op basis van de adviezen van de milieuraad en de erfgoedraad. De adviesraden en de VMM zullen opgenomen worden als partners in het besluit.
De gemeenteraad evalueert de visie die uitgeschreven wordt in het handhavingsprogramma en bekijkt of de opmerkingen van de GECORO meegenomen moeten worden.
De gemeenteraad bekijkt of het zich kan aansluiten bij de voorgestelde prioriteiten. Ze nemen hierbij in rekening dat de adviesraden zich akkoord hebben gesteld met deze prioriteiten.
Lokale politiezone HEKLA (Steven Van Herck)
De lokale politie heeft geen bezwaren tegen het handhavingsprogramma. Zij vragen wel dat als zij moeten optreden voor erfgoed of ruimtelijke ordening, dat zij beroep kunnen doen op een expertiseverslag van IOED of dienst omgeving om hun vaststellingen te kunnen staven.
Reclamebanners op openbaar domein zullen via GAS hoofdstuk "B.1.IV: Het aanbrengen van publiciteitsborden, affiches, borden, teksten, tekeningen, … op het openbaar domein" gehandhaafd worden en niet vanuit ruimtelijke ordening.
Milieuraad
Geen bezwaar. De milieuraad zou graag de VMM in de oplijsting van de partners toevoegen.
GECORO
De GECORO vindt dat er voor ruimtelijke ordening te weinig onderscheid gemaakt wordt voor ruimtelijk kwetsbaar gebied, ze zouden hier ook graag de historische dossiers aanpakken. Daarnaast zou er op langere termijn ingezet moeten worden op het vaststellen van alle bouwmisdrijven zodat dit opgenomen kan worden in het vergunningenregister en dat de regularisatie niet vanzelfsprekend wordt bevonden.
De GECORO uit zijn bezorgdheid voor de inmenging van het college inzake het bepalen van de impact van een historisch dossier op de omgeving.
Erfgoedraad
De erfgoedraad gaat akkoord met de voorgestelde prioriteiten. Ze zijn hoopvol dat bepaalde dossiers nu de nodige aandacht zullen krijgen, al dat ze ook nota nemen dat de handhaver momenteel nog niet bevoegd is voor Onroerend Erfgoed doordat hij nog niet voldoet aan de eisen opgelegd door Vlaanderen.
De erfgoedraad vraagt om de adviesraden mee op te nemen als partner omdat zij een goede kennis hebben van de gemeente en van hun materie en daardoor een onmiskenbare hulp kunnen zijn bij het detecteren en adviseren van dossiers.
Artikel 1.
De gemeenteraad neemt kennis van de adviezen van de betrokken instanties.
Art. 2.
De gemeenteraadscommissie omgeving keurt het handhavingsprogramma 2021-2025 goed zoals het voorgesteld wordt door de dienst omgeving.
Art. 3.
De gemeenteraad sluit zich aan bij de vraag om VMM en de adviesraden op te nemen als partners in het handhavingsprogramma.
Art. 4.
De gemeenteraad beslist om niet af te wijken van de visie om in eerste plaats nieuwe misdrijven te vervolgen.
Op 4 september 2002 werd door Matexi, Finspico en consoorten Moons een aanvraag tot het bekomen van een verkavelingsvergunning ingediend bij de gemeente Kontich. De aanvraag betrof de verkaveling 061/292.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 14 maart 2005 beslist om de verkavelingsvergunning af te leveren.
Eén van de voorwaarden opgenomen in de verkavelingsvergunning betrof de kostenloze grondafstand van de openbare wegen, aanhorigheden en openbare nutsvoorzieningen.
De gemeenteraad is overeenkomstig artikel 41van het decreet lokaal bestuur bevoegd.
Het dossier werd besproken op de raadscommissie Omgeving van 6 december 2021.
Kostenloze grondafstand.
Enig artikel.
De gemeenteraad keurt de ontwerpakte van kostenloze grondafstand van de wegenis en aanhorigheden binnen verkaveling 061/292 (Brouwersstraat, Volderij en 's Herenlei) goed.
Deze omgevingsaanvraag behelst het bouwen van een groepswoningbouwproject met twintig appartementen en negen eengezinswoningen op een braakliggend terrein gelegen aan de Lintsesteenweg, links naast woning met nr. 40. De site grens ook aan de Rozengaard.
Het project blijft volledig private eigendom. Er wordt een zone voorzien die publiek toegankelijk wordt met wandelpaden, speelzones en groenzones. Het onderhoud van deze zone blijft bij de gemeenschap van eigenaars. Hiervoor werd een rooilijnplan opgemaakt door een landmeter.
Het binnengebied wordt voor autoverkeer ontsloten via de Lintsesteenweg, en beperkt via Rozengaard. De zone die toegankelijk is voor autoverkeer op de site is zeer beperkt, waardoor een groot deel van het binnengebied autoluw blijft. Het projectgebied is wel toegankelijk vanuit beide straten voor de reddingsdiensten in noodgevallen, de postbode en voor fietsers en voetgangers. Er zijn negen plaatsen voor bezoekers voorzien op het maaiveld: zes aan de Lintsesteenweg en drie aan de Rozengaard.
Zoals hoger aangehaald wordt het project belast met een zone voor publieke toegang, zie bijgevoegd plan de landmeter met afbakening van de openbare zone. Het betreft deze zone waarover de gemeenteraad een uitspraak dient te doen. Deze zone wordt niet afgestaan aan het openbaar domein en het onderhoud blijft bij de gemeenschap van mede-eigenaars van het project. Er komt enkel een doorgang voor fietsers en voetgangers. Deze zone geeft de mogelijkheid aan de omwonenden om een poortje te plaatsen, volgens aanduiding op plan, en te ontsluiten via het perceel van de aanvraag.
De erfdienstbaarheid, publieke toegang, zal gelden onder de voorwaarden opgenomen in de akte van vestiging van erfdienstbaarheid.
De te vestigen publieke erfdienstbaarheid neemt in totaal een oppervlakte in van 2.113m². Ze kan opgesplitst worden in een deel voor wegenis voor de actieve weggebruiker en een deel groene- en speelruimte. Het eerste neemt een oppervlakte in van 689m², het tweede 1.424m².
De wegenis bestaat uit waterdoorlatende klinkers. De wegenis heeft hoofdzakelijk een breedte van 1,50m, op uitzondering van de wegenis die ook gebruikt zal worden als brandweg. Hier wordt de wegenis uitgebreid met een 2,50m brede zone in grasdallen. Deze zone verbreedt ter hoogte van gebouw C tot een breedte van 8m over een lengte van 12m.
Langs de kant van de Rozengaard heeft de wegenis een breedte van 5,16m over een lengte van +/- 15m.
In uitvoering van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de wegenis en zijn aanhorigheden.
De gemeenteraad is overeenkomstig artikel 41van het decreet lokaal bestuur bevoegd.
Overeenkomstig artikel 10 van het decreet houdende de gemeentewegen dient bij elke beslissing over o.a. de aanleg van gemeentewegen rekening gehouden te worden met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van datzelfde decreet.
In artikel 3 wordt gesteld dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
In artikel 4 wordt gesteld dat er bij de beslissing voer wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening dient gehouden te worden met volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen.
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief.
5° bij de afweging voor wijziging aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
De voorliggende nieuwe wegenis en beperkte aanpassing van de bestaande wegenis (gedeeltelijke doortrekking van de Rozengaard) beantwoordt slechts gedeeltelijk aan de doelen die gesteld worden in artikel 3 van het gemeentewegendecreet. De toegankelijkheid voor de actieve weggebruiker door het verfijnen van het netwerk wordt in voorliggende aanvraag weliswaar bewerkstelligd. Echter wordt er te weinig rekening gehouden met een leesbare en veilige toegang tot het projectgebied voor de actieve weggebruiker losgekoppeld van het gemotoriseerd verkeer. In de voorliggende aanvraag is weliswaar een poging ondernomen maar minimum 7 parkeerplaatsen (vier langsheen de doorgetrokken Rozengaard en drie aan de voorzijde van het binnengebied). veroorzaken een mogelijk conflict met de actieve weggebruiker. Verder ontbreekt veilige en leesbare aansluiting op de fiets-o-strade.
Ook het voorzien van minimum 8 bijkomende ontsluitingen in de bocht van de Lintsesteenweg waar er zich een snelheidsprobleem bevindt zal de algemene verkeersveiligheid in het gedrang brengen. Het project betekent op dit vlak aldus geen verbetering.
Openbaar onderzoek
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. De aanvraag valt niet onder toepassing van de vereenvoudigde vergunningsprocedure zoals bepaald in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Een openbaar onderzoek werd georganiseerd van 16 augustus 2021 tot en met 14 september 2021. Tijdens deze periode werden volgende bezwaren ingediend die betrekking hebben op de wegenis, zijn aanhorigheden en het rooilijnplan:
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Uit de plannen horende bij de voorliggende aanvraag is het zeer duidelijk af te leiden dat de Rozengaard een doodlopende straat zal blijven voor het gemotoriseerde verkeer. De Rozengaard wordt beperkt doorgetrokken ter ontsluiting van woning nr. 9 en vier parkeerplaatsen waaronder twee voor mindervaliden. Voor het overige kunnen enkel actieve mobiliteitsdeelnemers via het perceel van voorliggende aanvraag een doorsteek naar de Rozengaard maken en andersom. De uitbreiding van het netwerk aan trage wegen kan enkel en alleen maar worden toegejuicht als stimulans naar een duurzamere mobiliteit van gemotoriseerd verkeer naar actief verkeer.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Uit de plannen horende bij de voorliggende aanvraag is het zeer duidelijk af te leiden dat de Rozengaard een doodlopende straat zal blijven voor het gemotoriseerde verkeer. De Rozengaard wordt beperkt doorgetrokken ter ontsluiting van woning nr. 9 en vier parkeerplaatsen waaronder twee voor mindervaliden. Voor het overige kunnen enkel actieve mobiliteitsdeelnemers via het perceel van voorliggende aanvraag een doorsteek naar de Rozengaard maken en andersom. De uitbreiding van het netwerk aan trage wegen kan enkel en alleen maar worden toegejuicht als stimulans naar een duurzamere mobiliteit van gemotoriseerd verkeer naar actief verkeer.
Adviezen
Bij de adviesronde werden volgende adviezen uitgebracht die al dan niet geheel betrekking hebben op de wegenis en zijn aanhorigheden:
Het advies is gunstig, mits er voldaan wordt aan het in advies opgenomen te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.
Het advies is voorwaardelijk gunstig, mits er voldaan wordt aan het in advies opgenomen te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.
Het advies is gunstig, mits er voldaan wordt aan het in advies opgenomen voorwaarden.
Het advies is voorwaardelijk gunstig, mits er voldaan wordt aan het in advies opgenomen voorwaarden.
Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken. Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de omgevingsaanvraag tot het bouwen van een groepswoningbouwproject met twintig appartementen en negen eengezinswoningen op een braakliggend terrein gelegen aan de Lintsesteenweg, links naast woning met nr. 40. De site grens ook aan de Rozengaard.
Het project blijft volledig private eigendom. Er wordt een zone voorzien die publiek toegankelijk wordt met wandelpaden, speelzones en groenzones. Het onderhoud van deze zone blijft bij de gemeenschap van eigenaars. Hiervoor werd een rooilijnplan opgemaakt door een landmeter.
Het binnengebied wordt voor autoverkeer ontsloten via de Lintsesteenweg, en beperkt via Rozengaard. De zone die toegankelijk is voor autoverkeer op de site is zeer beperkt, waardoor een groot deel van het binnengebied autoluw blijft. Het projectgebied is wel toegankelijk vanuit beide straten voor de reddingsdiensten in noodgevallen, de postbode en voor fietsers en voetgangers. Er zijn negen plaatsen voor bezoekers voorzien op het maaiveld: zes aan de Lintsesteenweg en drie aan de Rozengaard.
Zoals hoger aangehaald wordt het project belast met een zone voor publieke toegang, zie bijgevoegd plan de landmeter met afbakening van de openbare zone. Het betreft deze zone waarover de gemeenteraad een uitspraak dient te doen. Deze zone wordt niet afgestaan aan het openbaar domein en het onderhoud blijft bij de gemeenschap van mede-eigenaars van het project. Er komt enkel een doorgang voor fietsers en voetgangers. Deze zone geeft de mogelijkheid aan de omwonenden om een poortje te plaatsen, volgens aanduiding op plan, en te ontsluiten via het perceel van de aanvraag.
De erfdienstbaarheid, publieke toegang, zal gelden onder de voorwaarden opgenomen in de akte van vestiging van erfdienstbaarheid.
De te vestigen publieke erfdienstbaarheid neemt in totaal een oppervlakte in van 2.113m². Ze kan opgesplitst worden in een deel voor wegenis voor de actieve weggebruiker en een deel groene- en speelruimte. Het eerste neemt een oppervlakte in van 689m², het tweede 1.424m².
De wegenis bestaat uit waterdoorlatende klinkers. De wegenis heeft hoofdzakelijk een breedte van 1,50m, op uitzondering van de wegenis die ook gebruikt zal worden als brandweg. Hier wordt de wegenis uitgebreid met een 2,50m brede zone in grasdallen. Deze zone verbreedt ter hoogte van gebouw C tot een breedte van 8m over een lengte van 12m.
Langs de kant van de Rozengaard heeft de wegenis een breedte van 5,16m over een lengte van +/- 15m.
Artikel 2
De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek waarbij hogervermelde bezwaarschriften werden ingediend die handelen over de wegenis en de bijhorende infrastructuur.
Artikel 3
De gemeenteraad neemt kennis van de vermelde ingediende adviezen die handelen over de wegenis en de bijhorende infrastructuur.
Artikel 4
De gemeenteraad neemt kennis van de akte tot vestiging van een eeuwig durende erfdienstbaarheid.
Artikel 5
De gemeenteraad weigert het wegtracé (aanleg nieuwe wegenis) met de rooilijnen en ontwerp weg- en rioleringswerken (infrastructuur en nutsvoorzieningen) omwille van de schending van artikel 3 van het gemeentewegendecreet.
Artikel 6
De gemeenteraad weigert de akte tot vestiging van een eeuwig durende erfdienstbaarheid opgemaakt door de notarisvennootschap Goossens, Verwerft & Scheurweghs omwille van het ontbreken van de weigering van het wegtracé.
In de meerjarenplanning 2020-2025 is actie 1.2.3 voorzien rond verkeersveiligheid. Hiervoor was 15 000 euro/jaar voorzien op het investeringsbudget. Na herhaalde vragen van verschillende scholen en oudercomités, is het bestuur bereid om een deel van dit budget te heroriënteren naar een subsidie voor scholen en oudercomités waarmee zij projecten en sensibiliseringsacties kunnen organiseren rond verkeersveiligheid en zichtbaarheid in het verkeer. Dit kadert tevens in het flankerend onderwijsbeleid van het lokaal bestuur.
DLB art. 40
Het Kontichs onderwijsoverleg van 27 oktober 2021 gaf zijn principieel akkoord.
BDS 1, Actieplan 1.2, Actie 1.2.3 Verkeersveiligheid - 5000 euro/jaar op het exploitatiebudget
De raad hecht zijn goedkeuring aan volgend reglement voor subsidies aan Kontichse scholen of oudercomités voor fluo- en andere sensibiliseringsacties rond verkeersveiligheid en zichtbaarheid in het verkeer:
Artikel 1
Binnen de hiervoor voorziene kredieten op het exploitatiebudget van het lopende dienstjaar, kunnen de scholen met een vestigingsplaats op Kontichs grondgebied of hun oudercomités, een beroep doen op een subsidie voor de organisatie van sensibiliseringsacties rond verkeersveiligheid.
Artikel 2
In het kader van deze sensibiliseringsacties komen uitgaven in aanmerking voor lesgevers, sprekers, drukwerk, promomateriaal, fluo-uitrusting, enz… (niet-exhaustieve opsomming – in geval van twijfel beslist het schepencollege), m.b.t. zichtbaarheid en verkeersveiligheid van schoolgaande kinderen en jongeren op schoolroutes of in schoolomgevingen.
Artikel 3
Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moeten de uitgaven gebeurd zijn tussen 1 september voorafgaand aan het dienstjaar en 31 augustus van het dienstjaar. De scholen of hun oudercomités dienen de aanvraag voor deze subsidie uiterlijk 31 oktober in bij het lokaal bestuur (onderwijsdienst), vergezeld van facturen of eventuele andere bijkomende bewijsstukken. De subsidie wordt daarna berekend en, in functie van de andere ingediende aanvragen, voor het einde van het dienstjaar overgeschreven naar de aanvragende scholen of oudercomités.
Artikel 4
Er wordt gesubsidieerd voor 50% van de met factuur bewezen kosten, met een maximum van 1 euro per schooljaar per leerling.
Op voorstel en volgens het model van OVSG worden een aangepast arbeidsreglement en evaluatiereglement voorgelegd ter goedkeuring.
Er zijn geen aanpassingen op eigen initiatief, enkel die aanpassingen noodzakelijk om in regel te zijn met aangepaste wetgeving en verbeterde omschrijvingen aangaande privacy.
De vernieuwde regelgeving vanuit het ministerie van onderwijs heeft vooral betrekking op de te volgen evaluatiecyclus en bijhorende aanstellingen.
Leerkrachten kunnen eenvoudiger en sneller benoemd worden maar daar staat ook een transparantere, eenvoudigere en vlottere aanpak inzake evaluatie tegenover, waarbij een directie meer ruimte krijgt om bij te sturen.
Concreet komt het er op neer dat er enkel nog een formele evaluatiecyclus moet doorlopen worden bij het niet goed functioneren. De nieuwe regelgeving laat toe dat bij goed functioneren informele gesprekken, zonder neerslag, ook deel uitmaken van de evaluatieprocedure. Het is enkel daar waar het problematisch wordt, er een formele procedure moet gevolgd worden zoals die beschreven staat in het evaluatiereglement.
Onderstaand de belangrijkste aanpassingen
De gemeenteraad is als schoolbestuur bevoegd gezien artikel 41 van het DLB.
ABOC d.d. 28/10/2021, zie Protocol
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt het arbeidsreglement voor de academie beeld Kontich goed.
Art. 2.
De gemeenteraad keurt het evaluatiereglement voor de academie beeld Kontich goed.
Raadslid M. Van den Brande :
- trajectcontrole door privébedrijf : gericht op inkomstenwerving en niet op verhogen verkeersveiligheid. Hoe staat het dossier in onze gemeente ?
De burgemeester schetst uitvoering de stand van zaken en kondigt aan dat het dossier in de raadscommissie ondersteuning van januari 2022 zal geagendeerd worden.
- De vlaamse minister van economie : initiatief versterking handelskern.
Schepen M. Van den Eynde antwoordt dat Kontich ingeschreven heeft voor dit initiatief.
- mogelijke komst van een hamburgketen/Fastfood aan de Kon. Astridlaan. Verkeersonveiligheid , in het bijzonder voor fietsers.
Verkeersafwikkeling ?
Schepen K. Van Elshocht antwoordt dat dossier nog lopend is (openbaar onderzoek loopt).
Schepen W. Wevers antwoordt mbt de stand van zaken nieuwe aanleg Kon. Astridlaan.
Raadslid Fons Francken : mbt nieuw speelplein Wild Veld.
Raadslid M. De Nayer : Molenstraat : veiligheid fietsers.
Schepen W. Wevers antwoordt.
De voorzitter sluit de zitting op 20/12/2021 om 20:05.
Namens Gemeenteraad,
Luc Dom
Algemeen directeur
Peter Lambrechts
Voorzitter