De voorzitter opent de zitting op 20/09/2021 om 20:05.
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, goedgekeurd op 21 januari 2019, in het bijzonder art. 41.
Geen publieksvragen.
Op 22 juni 2021 vond een gemeenteraad plaats waarvan de notulen en het zittingsverslag in een volgende zitting moeten worden goedgekeurd.
De notulen zijn terug te vinden in bijlage, het zittingsverslag werd gepubliceerd op de gemeentewebsite en is raadpleegbaar via https://kontich.notubiz.be/
Art. 32 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Enig artikel.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 22 juni 2021 worden goedgekeurd.
AGB Kontich stelt 2 jaarrekeningen op, één volgens de principes van de vennootschapsboekhouding en één volgens de principes van de beleids- en beheerscyclus (BBC).
De jaarrekeningen 2020 van het AGB Kontich werden vastgesteld door de Raad van Bestuur in zitting van 20 september 2021.
De vaststelling en de goedkeuring van de BBC-jaarrekening verloopt volgens artikel 243 van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB), dat bepaalt dat:
AGB Kontich stelt ook een jaarrekening op volgens het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV). Volgens dat wetboek behoort de goedkeuring van die NBB-jaarrekening tot de bevoegdheid van de algemene vergadering. Bij een AGB vormt de gemeenteraad de algemene vergadering.
Artikel 243, §2 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad advies uitbrengt bij de jaarrekening van een autonoom gemeentebedrijf.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer bepaald artikel 243.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De statuten van het AGB Kontich, en meer bepaald artikels 37 en 44.
Artikel 1.
De gemeenteraad geeft een positief advies over de jaarrekening 2020 volgens de BBC van het AGB Kontich.
Art. 2.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de jaarrekening 2020 volgens de Vennootschapswetgeving van het AGB Kontich.
Art. 3.
De gemeenteraad verleent kwijting aan de bestuurders van AGB Kontich voor de uitoefening van hun mandaat met betrekking tot het jaar 2020.
Art. 4.
In het kader van de corona-crisis en in toepassing van de door de minister uitgevaardigde maatregelen inzake BTW (artikel 6 van de wet van 29 mei 2020 houdende ‘diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van COVID’), wordt aan AGB Kontich een uitzonderlijke 'gewone' werkingstoelage (corona-toelage) toegekend van € 755.000,00. Hiervoor werd reeds krediet voorzien in het meerjarenplan van Gemeente Kontich en AGB Kontich.
Algemeen
IGEAN dienstverlening is een dienstverlenende vereniging overeenkomstig het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017 die hoofdzakelijk actief is op het vlak van grondbeleid, vastgoed-transacties, woonbeleid, ruimtelijke ordening en stedenbouw. IGEAN dienstverlening verricht in dit kader handelingen ten aanzien van haar deelnemers, zonder beheersoverdracht.
IGEAN werkt hierbij veelal volgens het principe van een ‘zelfstandige groepering’, beter gekend als een ‘kostendelende vereniging’, in welk geval de kosten van een bepaalde activiteit verdeeld worden over de lokale besturen die effectief gebruik maken van de betrokken activiteit.
IGEAN is in dat opzicht aan te merken als ‘een permanente belangengemeenschap die door rechtspersonen is opgericht met het oog op rationalisering en om de beheers- en exploitatiekosten te verminderen’.
IGEAN dienstverlening als zelfstandige groepering
Daar waar het voor IGEAN dienstverlening initieel niet mogelijk was te functioneren als een kostendelende vereniging, omdat niet voldaan kon worden aan alle gestelde voorwaarden, heeft het nieuwe artikel 44 §2bis van het btw-wetboek hierin verandering gebracht.
In uitvoering hiervan heeft de algemene vergadering van IGEAN dienstverlening op 19.06.2020 de statutenwijziging goedgekeurd, waarmee het principe van de zelfstandige groepering statutair verankerd wordt.
Om effectief als zelfstandige groepering te kunnen optreden, heeft IGEAN dienstverlening de btw-administratie hiervan formeel in kennis gesteld aan de hand van het formulier 604B en bijhorende ledenlijst. Op deze ledenlijst staan alle deelnemers van IGEAN dienstverlening die aan te merken zijn als publiekrechtelijke instellingen die in principe niet btw-plichtig zijn. Ook de IVLW’s zijn opgenomen op de ledenlijst. Deze opname houdt op zich geen enkele verplichting tot intergemeentelijke samenwerking in; het creëert enkel de mogelijkheid tot samenwerking.
Het inwendig reglement
De spelregels die gelden voor de intergemeentelijke samenwerking werden vastgelegd in het inwendig reglement van de zelfstandige groepering dat volgende artikels omvat:
Artikel 1 – algemeen
Artikel 2 – aard van de samenwerking
Artikel 3 – vergoeding van de dienstverlening
Artikel 4 – rechten en verplichtingen deelnemende vennoten/leden
Artikel 5 – rechten en verplichtingen IGEAN dienstverlening.
De samenwerking is gericht op het verlenen door IGEAN dienstverlening van noodzakelijke, ondersteunende diensten aan de lokale besturen bij de uitvoering van hun taken.
De activiteiten - projectfiches
Bijlage 1 bevat verschillende projectfiches die telkens één activiteit van IGEAN dienstverlening beschrijven. Elke projectfiche is op dezelfde wijze opgebouwd en bestaat uit volgende elementen:
Deze projectfiches moeten het mogelijk maken om met voldoende kennis van zaken te beslissen of en voor welke activiteit het lokaal bestuur beroep wenst te doen op IGEAN dienstverlening.
Elke projectfiche omschrijft duidelijk en transparant het concrete aanbod van IGEAN evenals de daarbij horende kostprijs en de wijze waarop deze kostprijs zal worden verdeeld over de verschillende deelnemers. De deelnemende vennoten/leden zijn niet verplicht om voor alle activiteiten beroep te doen op IGEAN dienstverlening.
Volgende projectfiches worden voorgelegd aan de gemeenteraad:
- Intergemeentelijke handhaving ruimtelijke ordening
- Intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid
- Intergemeentelijke werking EnergieK huis (energie en klimaat)
- Intergemeentelijke werking aanwijzend schatter.
Aangezien het voor de meeste projectfiches over bestaande of recent opgestarte activiteiten gaat, heeft de gemeente hierover veelal reeds een gemeenteraadsbeslissing genomen.
Deze gemeenteraadsbeslissingen werden echter niet genomen in het kader van IGEAN dienstverlening die optreedt als zelfstandige groepering. Om de intergemeentelijke samenwerking alsnog in het juiste juridische kader te brengen, is het aangewezen de eerdere beslissingen te bevestigen.
Voor zover de gemeente voor één of meerdere projectfiches nog geen gemeenteraadsbeslissing genomen heeft en dat alsnog wenst te doen, kan van deze gelegenheid gebruik gemaakt worden om de betrokken activiteit en bijhorende projectfiche goed te keuren.
Voordelen van de zelfstandige groepering
Een intergemeentelijke samenwerking met IGEAN dienstverlening die optreedt als zelfstandige groepering heeft als voordeel dat de betrokken activiteiten binnen bepaalde krijtlijnen vrijgesteld worden van btw. Bovendien wordt deze samenwerking vermoed niet concurrentieverstorend te zijn.
De wetgeving overheidsopdrachten moet daarom in deze context niet door elk lokaal bestuur toegepast worden.
Om toepassing te kunnen maken van artikel 44 §2bis btw-wetboek gelden voor alle activiteiten volgende voorwaarden:
Er moet sprake zijn van een duurzame samenwerking tussen IGEAN dienstverlening en haar leden. Een ad hoc toe- of uittreding is niet toegestaan.
Aangezien de werking en het beleid van een lokaal bestuur in grote mate legislatuur-gebonden is, wordt de termijn van de samenwerking met IGEAN dienstverlening gekoppeld aan de legislatuur + 1 jaar. Om evenwel voldoende continuïteit en deskundigheid te kunnen garanderen, geldt er steeds een termijn van minimum 2 jaar.
De samenwerking is bovendien preferentieel, wat concreet betekent dat de deelnemende vennoten/leden bij voorrang een beroep doen op IGEAN dienstverlening voor de uitvoering van de betrokken activiteiten en dat IGEAN dienstverlening deze diensten bij voorrang aanbiedt aan de lokale besturen die hiervoor een duurzame samenwerking hebben onderschreven.
Een duurzame, preferentiële samenwerking moet het mogelijk maken deskundig personeel aan te trekken en te houden, wat de continuïteit van de dienstverlening ten goede komt.
De leden van de zelfstandige groepering moeten overwegend (meer dan 50%) activiteiten hebben die van btw vrijgesteld zijn of buiten het toepassingsgebied van de btw vallen.
Overeenkomstig artikel 6, eerste lid van het btw-wetboek worden gemeenten niet als btw-belastingplichtigen aangemerkt voor de werkzaamheden of handelingen die zij als overheid verrichten, ook niet indien zij voor die werkzaamheden of handelingen rechten, heffingen, bijdragen of retributies innen. Om dit te bevestigen zal er jaarlijks een btw verklaring ter ondertekening voorgelegd worden aan de betrokken deelnemers (bijlage 2 inwendig reglement).
- Toelichting bij het principe van de zelfstandige groepering op de ontbijtvergadering met de burgemeesters, de algemeen en de financieel directeurs van 16.01.2020.
- Beslissing van de raad van bestuur van 22.01.2020 over de melding aan de btw-administratie.
- Beslissing van de raad van bestuur van 29.02.2020 met de goedkeuring van het ontwerp statutenwijziging waarmee het principe van de zelfstandige groepering statutair verankerd wordt.
- Beslissing van de algemene vergadering van IGEAN dienstverlening van 19.06.2020 ter goedkeuring van de statutenwijziging om het principe van de zelfstandige groepering te verankeren in de statuten.
- Toelichting bij de stand van zaken van de verdere invulling van de zelfstandige groepering aan de financieel directeurs op 12.02.2021.
- Beslissing van de raad van bestuur van 28.04.2021 waarmee het inwendig reglement van de zelfstandige groepering goedgekeurd werd evenals de daarbij horende projectfiches.
- Toelichting bij de concrete invulling van de zelfstandige groepering aan de burgemeesters op het overleg van 7.05.2021.
- Toelichting bij de concrete invulling van de zelfstandige groepering aan de algemeen en de financieel directeurs op het overleg van 27.05.2021.
- Korte toelichting bij de stand van zaken en de verdere timing van de zelfstandige groepering aan de gemeenteraadsleden op een infomoment van 2.06.2021.
- Beslissing van de algemene vergadering IGEAN dienstverlening van 25.06.2021 waarmee kennis wordt genomen van het inwendig reglement van de zelfstandige groepering (onder voorbehoud).
Volgende documenten vormen het juridisch kader voor onderhavige beslissing:
- artikel 44 §2bis btw-wetboek
- de Circulaire nr. 127.540 van 12 december 2016
- decreet lokaal bestuur van 22.12.2017
- statuten IGEAN dienstverlening
- het inwendig reglement van de zelfstandige groepering.
Gemeenteraadscommissie ondersteuning dd. 1 september 2021.
De dienstverlening in het kader van de zelfstandige groepering is steeds kostendelend.
In uitvoering van artikel 3 van het inwendig reglement worden de kostprijselementen van de intergemeentelijke samenwerking evenals de wijze van verdeling opgenomen in de projectfiches die per activiteit opgemaakt worden. De parameters die hierbij gelden evenals het aandeel hierin van elke deelnemer, kan per activiteit verschillen.
Per activiteit wordt een intergemeentelijk team samengesteld dat ingezet wordt in alle deelnemende gemeenten. De kostprijs van dit intergemeentelijk team bestaat uit de personeelskosten, algemene kosten, werkingskosten en verplaatsingskosten.
De personeelskosten omvatten de bruto-loonkosten op jaarbasis, verhoogd met de patronale bijdragen en bijhorende kosten (vb. extra-legale voordelen, verzekeringen, …).
De algemene kosten zijn kosten van IGEAN die niet aan een specifiek project of aan een bepaalde activiteit kunnen toegewezen worden, zoals o.m. de kosten voor het gebouw, de informatica, het meubilair en de overige inrichting, elektriciteit, water en verwarming, maar ook de kosten voor de overkoepelende diensten die voor iedereen werken zoals bijvoorbeeld het onthaal, de personeels-dienst, de financiële dienst, de aankoop dienst en ICT-dienst. Deze algemene kosten worden op het einde van het jaar verdeeld over alle activiteiten en projecten die verrekend worden met de lokale besturen. De verdeelsleutel die hierbij gebruikt wordt, is de personeelskost. Voor IGEAN dienstverlening stellen we vast dat de massa van deze algemene kosten grosso modo 30% bedraagt van de personeelskosten van de projecten en activiteiten. Bijgevolg dragen de activiteiten en projecten als bijdrage in deze algemene kosten een bedrag bij gelijk aan 30% van hun personeelskost. Dit zorgt ervoor dat er geen winst of verlies gemaakt wordt en de kosten eerlijk verdeeld blijven. Als we naar andere zelfstandige groeperingen / kostendelende verenigingen kijken in Vlaanderen, blijkt 30% algemene kosten bovendien ook een breed aanvaarde norm.
De werkingskosten bestaan uit kosten die specifiek toewijsbaar zijn aan de werking van het intergemeentelijk team (vb. opleidingskosten, kosten voor het aanmaken van flyers, …).
De verplaatsingskosten houden rekening met het ter beschikking stellen van een functionele bedrijfswagen en/of het betalen van een onkostenvergoeding voor het gebruik van de eigen wagen.
Bij de opstart van een samenwerking wordt er een raming opgemaakt en aan de deelnemende vennoten/leden voorgelegd. Bij de aanvang van de samenwerking wordt bij wijze van voorschot aan elke deelnemende gemeente het bedrag van de kostenraming opgevraagd.
Gaat het om een subsidieproject, dan zal het bedrag van de raming verrekend worden met deze subsidies en zal enkel het eventueel saldo nog opgevraagd worden.
Na afsluiting van de boekhouding van IGEAN dienstverlening wordt de kostenraming vergeleken met de werkelijke kosten. Het verschil ontstaan in boekjaar n zal dan verrekend worden in de kostenraming van het jaar n +2, zodat geen begrotingswijzigingen noodzakelijk zijn
Overeenkomstig het inwendig reglement van de zelfstandige groepering kunnen eventuele overschotten die ontstaan ingevolge deze aanrekening en de toewijzing van het aandeel hiervan aan iedere deelnemer, niet worden uitgekeerd, maar worden deze verrekend in de kosten van het daaropvolgende jaar. De regels voor de eindafrekening van een project worden in de projectfiche gespecifieerd. In voorliggend dossier bevat elke projectfiche minstens de raming voor 2021.
Artikel 1.
De gemeenteraad neemt kennis van het inwendig reglement van IGEAN dienstverlening die optreedt als zelfstandige groepering en keurt dit goed.
Art. 2.
De gemeenteraad neemt kennis van de in bijlage 1 bij het inwendig reglement opgenomen projectfiches die, per activiteit van IGEAN dienstverlening -die optreedt als zelfstandige groepering-opgemaakt werden en bestaan uit het volgende:
1. Voorwerp van de opdracht
2. Het concrete aanbod van IGEAN
3. De kostprijselementen en de wijze van verdeling (parameters)
4. De raming (2021).
Art. 3.
Rekening houdend met de reeds eerder genomen gemeenteraadsbeslissingen over de vermelde activiteiten, bevestigt de gemeenteraad de intergemeentelijke samenwerking met IGEAN dienstverlening, overeenkomstig de in artikel 2 bedoelde projectfiches:
(aankruisen wat van toepassing is)
intergemeentelijke handhaving ruimtelijke ordening
intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid
intergemeentelijke werking EnergieK huis (energie en klimaat)
intergemeentelijke werking aanwijzend schatter.
Art. 4.
De intergemeentelijke samenwerking met IGEAN dienstverlening -die optreedt als zelfstandige groepering- neemt een aanvang op 1.01.2021.
Art. 5.
IGEAN dienstverlening zal jaarlijks per activiteit aan alle deelnemers het bedrag van de raming opvragen bij wijze van voorschot.
Gaat het om een subsidieproject, dan zal het bedrag van de raming verrekend worden met deze subsidies en zal enkel het eventueel saldo nog opgevraagd worden.
Een eerste voorschot zal opgevraagd worden tegen uiterlijk 31.10.2021. Daarna zal het voorschot opgevraagd worden nadat de jaarlijkse afrekening voorgelegd werd.
Art. 6.
Twee ondertekende exemplaren van deze beslissing zullen bezorgd worden aan IGEAN dienstverlening.
Het huidige uniform gemaakte politiereglement dateert van 2018 en dient te worden geactualiseerd en aangepast aan de evolutie en de noden van de maatschappij. Er is immers een verschuiving van criminele activiteiten op til van de stad Antwerpen naar de randgemeenten en om deze activiteiten proactief te kunnen aanpakken moet er onder meer bestuurlijk handhaving worden ingevoerd, regelgeving rond oneigenlijk gebruik en bezit van lachgas en motorclubs. Daarnaast was het opportuun om nog een aantal andere kleinere aanpassingen door te voeren.
Ter voorbereiding hiervan werd het politiereglement uitgebreid besproken in een werkgroep bestaande uit politie, de sanctionerend ambtenaar en de algemeen directeurs van de HEKLA gemeenten. De HEKLA gemeenten hebben ervoor gekozen om een uitgebreid reglement op te maken en de tekst die nu voorligt is het resultaat van deze besprekingen.
Het streefdoel is om vanaf 1 oktober 2021 van start te kunnen gaan met dit nieuwe politiereglement. Na principiële goedkeuring door het college werd het politiereglement voor advies voorgelegd aan de jeugdraad. Het voorstel van politiereglement met het advies van de jeugdraad werd vervolgens ter kennisname voorgelegd aan de commissie ondersteuning en wordt nu ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Advies jeugdraad
Niet van toepassing
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt het nieuwe aangepaste uniform gemeentelijk politiereglement (versie 20210903) goed en vervangt het voorgaande.
De gemeenteraad keurt de politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen goed.
Art. 2.
Het aangepaste reglement treedt in werking op 1 oktober 2021.
Art. 3.
De gemeenteraad besluit het reglement bekend te maken overeenkomstig de artikelen 285-287 van het decreet lokaal bestuur en een afschrift van het aangepaste gemeentelijk politiereglement te zenden aan:
Art. 4.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere praktische uitvoering van dit besluit.
In gemeenteraadszitting van 18 mei 2020 werd het gemeentelijk reglement betreffende nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie goedgekeurd.
Op de gemeenteraad van 20 september 2021 staat het aangepaste politiereglement HEKLA ter goedkeuring geagendeerd. Een van de aanpassingen in dit politiereglement is de toevoeging van een titel over nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3.
In het aangepaste UPR HEKLA, dat ter goedkeuring op deze gemeenteraad geagendeerd werd, wordt een volledige titel gewijd aan de materie 'nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie', waardoor het bestaande gemeentelijk reglement ingetrokken kan worden.
Enig artikel.
De gemeenteraad besluit het gemeentelijk reglement betreffende nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 18 mei 2020, in te trekken.
Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Aan de hand van concrete en herkenbare werven (zie hieronder) wil men inzetten op krachtdadig beleid. Er wordt hierbij ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan werk te maken van concrete engagementen.
Het Lokaal Bestuur Kontich engageert zich om:
De Vlaamse overheid engageert zich om:
Door de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact geeft het lokaal bestuur aan actie te ondernemen om de doelstellingen vermeldt in de onderstaande werven waar te maken.
1. Laten we een boom opzetten
2. Verrijk je wijk
3. Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar
4. Water het nieuwe goud
De doelstellingen in de vier werven zijn doelstellingen die verwezenlijkt dienen te worden op Vlaams niveau, in tegenstellingen tot de individuele doelstellingen (40% CO2 reductie, verLEDding,...) dienen deze doelstellingen niet door iedere gemeente afzonderlijk behaald te worden. Wel engageert ieder lokaal bestuur zich om actie te ondernemen om deze doelstellingen op Vlaams niveau te realiseren.
Artikel 41 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Raadscommissie omgeving dd. 6 september 2021.
De Vlaamse overheid voorziet de komende jaren telkens €10 miljoen aan recurrente middelen als vast engagement. Daarnaast worden er ook middelen uit het Vlaams Klimaatfonds aan toegevoegd, deze kunnen jaarlijks fluctueren aangezien dit gekoppeld is aan het ETS-systeem. Voor het jaar 2021 voorziet de Vlaamse overheid een totaal bedrag van €24 miljoen euro, deze worden evenredig verdeeld tussen de gemeente die het pact ondertekenen.
Door het Lokaal Energie- en Klimaatpact te ondertekenen ontvangt Lokaal Bestuur Kontich in 2022 (voor het jaar 2021) een subsidie van 69.355 euro (dit is een simulatie van het bedrag indien alle gemeenten het pact ondertekenen). De subsidie kan enkel gebruikt worden voor het realiseren van de doelstellingen opgenomen in het Lokaal Energie- en Klimaatpact. Bovenop de subsidie wendt het Lokaal Bestuur minstens een gelijkaardig bedrag aan vanuit de eigen middelen om de doelstellingen in het Lokaal Energie- en Klimaatpact te realiseren.
Enig artikel.
De gemeenteraad beslist om het Lokaal Energie- en Klimaatpact te ondertekenen.
Aanleiding: het serrebedrijf gevestigd Pierstraat 350 wenst in de directe toekomst over te gaan tot uitbreiding van het serregebouw in noord-westelijke richting (richting Aartselaar). Net naast de huidige serre loopt de gemeenteweg 'sentier nr. 29'.
Beschrijving van de ligging en de omgeving van de voetweg: De gemeenteweg loopt doorheen twee gemeenten, nl.: Aartselaar en Kontich. Het betreft volgend deel van de gemeenteweg: de gemeenteweg 'sentier nr. 28' in Aartselaar start t.h.v. de Reetsesteenweg nr. 187 en loopt parallel aan Bekersveld verder. De gemeenteweg gaat in Kontich over in 'sentier nr. 29', langs de serres in Pierstraat 350 en Oever 7, waar het terug aansluit op de Oever.
De weg bevindt zich in landbouwgebied, enkel het eerste deel aan de Reetsesteenweg nr. 185 is woongebied met landelijk karakter. De omliggende percelen zijn in gebruik als weiland of akkerland.
Beschrijving van de bestaande toestand van de gemeenteweg: De gemeenteweg loopt voor het grootste stuk doorheen de grachtbedding en is in zijn huidige toestand niet toegankelijk en aldus onbruikbaar. Er zijn verder geen markante reliëfverschillen of belangrijke vegetaties. De gemeenteweg is vanwege de ligging in een gracht ook niet visueel te onderscheiden.
Beschrijving van de nieuwe toestand van de gemeenteweg: De gemeenteweg start aan de Reetsesteenweg tussen nrs. 143 en 165 en volgt Bekersveld. Dit betreft een geasfalteerde weg dienstig als ontsluiting voor de aanpalende woningen. Op het einde van Bekersveld gaat op het toegangspad van Van der Auwera, momenteel een aardeweg. Ergens halverwege wordt er gebruik gemaakt van de bestaande grachtoverwelving om de gemeenteweg op de andere oever verder te laten lopen op het grondgebied van Kontich. De weg loopt parallel met de bestaande gracht tot aan de Oever. De weg ligt steeds op minimum 1 meter van de bedding van de gracht. Zodra de voetweg de woning met als adres Oever nr. 21 passeert maakt hij gebruik van de bestaande verharding van de oprit naar deze woning en dit tot aan de Oever.
De verplaatste gemeenteweg bekomt een breedte van 1,72m.
Voorlopige aanvaarding
Het rooilijnplan werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 19 april 2021.
Openbaar onderzoek
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 10 mei 2021 t. e. m. 8 juni 2021. Tijdens deze periode werden geen bezwaarschriften ingediend bij de gemeente Kontich.
Publicatie
De procedure werd bekendgemaakt in Belgisch Staatsblad op 7 mei 2021.
De procedure werd aangeplakt aan het gemeentehuis van Kontich en ter plaatse op 7 mei 2021.
Adviezen
Conform art. 17 van het decreet gemeentewegen werd advies gevraagd aan:
De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad is bevoegd op basis van het decreet betreffende de gemeentewegen.
Het decreet betreffende de gemeentewegen.
Conform het decreet op de gemeentewegen moet onderzocht worden welke rol deze gemeenteweg kan spelen ifv de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit.
Naast een toetsing aan deze algemene doelstelling uit het decreet betreffende de gemeentewegen, moet iedere vraag tot het wijzigen, verplaatsen of opheffen van gemeentewegen ook beoordeeld worden aan de hand van de volgende principes:
Wijziging aan gemeentewegen staan steeds ten dienste van het algemeen belang
De gemeenteweg, onderwerp van de aanvraag, was in onbruik geraakt door zijn ligging in een grachtberm. Gekoppeld aan het feit dat 'trage wegen' actueel zijn en het gebruik ervan leeft bij de bevolking, is een verplaatsing verdedigbaar indien hierdoor enerzijds een toegankelijke voetweg wordt gecreëerd en anderzijds het netwerk niet ontwricht wordt door de verplaatsing. Door de volledige verplaatsing van de gemeenteweg ontstaat er een bruikbare en toegankelijke trage wegverbinding tussen de Reetsesteenweg in Aartselaar en de Oever in Kontich. Door de verplaatsing kan er ook grotendeels gebruik gaan gemaakt worden van de reeds bestaande wegen en paden. Dit beperkt de impact op het landschap.
Op de wenselijkheidskaart 'trage wegen' is deze gemeenteweg opgenomen als 'tracé grondig te herstellen'. Met de verplaatsing wordt aan deze wenselijkheid gevolg gegeven. Zo ontstaat er opnieuw een recreatieve en zelfs mogelijks een functionele trage verbinding, deel uitmakend van een ruimer netwerk zowel in Kontich als Aartselaar.
Een wijziging aan een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende gemotiveerd wordt
Het wijzigen van een gemeenteweg moet een uitzonderingsmaatregel zijn. Het effectief afschaffen van de betreffende buurtweg tussen punt A en B zou dan ook contradictorisch zijn met de doelstelling van het decreet. Ook een zeer plaatselijke verplaatsing zou de uitbouw van een veilig, functioneel wegennet op lokaal niveau voor de zachte weggebruiker niet ten goede komen. Het lost bovendien de ontoegankelijkheid op de andere delen van het tracé niet op.
Het verleggen van het tracé van de gemeenteweg zoals nu voorgesteld daarentegen gaat niet in tegen deze doelstellingen aangezien door de voorgestelde verplaatsing de beoogde verbindende functie en het fijnmazig en toegankelijk netwerk beter opgenomen kan worden dan het oorspronkelijke, ontoegankelijke tracé:
De verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen
Op het grondgebied van Aartselaar komt de gemeenteweg op Bekersveld te liggen. Een goed uitgeruste weg die ontsluiting biedt aan de aangelanden.
Op het grondgebied van Kontich komt de gemeenteweg grotendeels te liggen op de bestaande ontsluiting van de woning gelegen op Oever nr. 21.
Door beide ontstaat er een verhoogde sociale verkeersveiligheid dan op het bestaande tracé. Het bestaande tracé is ook grotendeels onbruikbaar voor de zachte weggebruiker door de ligging in een gracht. Hetgeen zeker niet bevorderlijk is voor de verkeersveiligheid.
Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief
Door in te zetten in een algemene verplaatsing tussen de Reetsesteenweg in Aartselaar en de Oever in Kontich ontstaat er op het grondgebied van beide gemeenten een bruikbare en toegankelijke 'trage weg' passend in een groter netwerk. Een plaatselijke verplaatsing zou de unieke kans om grensoverschrijdend te zorgen voor een functionerende 'trage weg' laten schieten.
In overleg met Aartselaar en de belangrijkste betrokken eigenaars is gekozen voor deze gehele verplaatsing om zo tot een zowel recreatief als functioneel werkende gemeenteweg te kunnen komen met de minste ruimtelijke impact door gebruik te maken van bestaande 'wegen'.
Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen
het bestaande tracé bestaat grotendeels enkel nog op papier. Doordat de gemeenteweg grotendeels ontoegankelijk is, heeft hij op vandaag geen verbindende functie. Het nieuwe tracé maakt gebruik van bestaande wegen en verhardingen en ligt slechts enkele tientallen meters westelijker. Door deze verplaatsing ontstaat er een bruikbare en toegankelijke gemeenteweg.
De voorgestelde verplaatsing heeft dan ook enkel positieve gevolgen voor het functioneren van het wegennetwerk.
Conclusie
De gemeenteweg wordt door deze verplaatsing niet onderbroken maar volledig toegankelijk en bruikbaar waardoor er enkel een positief effect ontstaat op de verbindingsmogelijkheden in het intergemeentelijk wegennetwerk.
De voorgestelde verplaatsing is niet strijdig met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 10 mei 2021 tot en met 8 juni 2021.
Het dossier werd besproken op de raadscommissie omgeving op 6 september 2021.
Adviezen
Er werd advies gevraagd aan:
De provincie Antwerpen geeft positief advies over het rooilijnplan voor het tracé van de gemeenteweg Bekersveld vanaf de Reetsesteenweg in Aartselaar tot aan de Oever in Kontich.
Uit de nieuw aangeleverde informatie blijkt duidelijk dat de bestaande voetweg nr. 28 en nr. 29 grotendeels doorheen een grachtbedding loopt en hierdoor in huidige toestand niet toegankelijk en aldus onbruikbaar is. De nieuwe gemeenteweg voorzien tussen Bekersveld en Oever is een volwaardig alternatief aan de af te schaffen voetweg nr. 28 en nr. 29.
Bovendien werd onderzoek gedaan door de dienst Landbouw van de Provincie Antwerpen naar de geschiktheid voor de uitbreiding van glastuinbouw ter hoogte van Pierstraat 350 in Kontich. Het positief resultaat van dit onderzoek werd zowel door de gemeenteraad van Kontich als de deputatie reeds goedgekeurd begin 2020.
Artikel 1.
De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek. Tijdens het openbaar onderzoek werden er geen bezwaren ingediend bij de gemeente Kontich.
Art. 2.
De gemeenteraad keurt het tracé voor de verlegging van voetweg 29 zoals ingetekend op het rooilijnplan dat werd opgemaakt op 19 maart 2021 door de GCV De Groot & Celen, landmeters-experten te Westerlo definitief goed.
De eigenaar van het goed met adres Sint-Jansplein nr. 4 heeft op 5 maart 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd voor o.a. de sloop en de herbouw van een woning. Volgens de ingediende omgevingsaanvraag worden er een raamopening en een terras op de perceelsgrens voorzien.
Op 20 juni 2020 werd door het college van burgemeester en schepenen de vergunning verleend met de volgende voorwaarde:
De voorliggende aanvraag is gesitueerd naast de Ploeg, een gebouw eigendom van de gemeente Kontich. Om de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van het perceel niet te beperken op vlak van uitbreiding of herbouw kan het gemeentebestuur niet akkoord gaan met gevelopeningen op de perceelsgrens. De ingediende plannen worden in rood aangepast.
Om erfdienstbaarheid van lichten en zichten te mogen vestigen is er een goedkeuring van de Gemeenteraad van de gemeente Kontich nodig die bevoegd is voor het gemeentelijke patrimonium.
Notaris Frederic Van Cauwenbergh heeft een ontwerpakte tot vestiging van erfdienstbaarheid van lichten en zichten die vervalt op het ogenblik van sloop of herbouw van woning met huisnr. 4.
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 19 juli 2021 kennis van de ontwerpakte.
Art. 41 11° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor daden van beschikking over onroerende goederen.
In uitvoering van de omgevingsvergunning van 20 juni 2020 tot het slopen en herbouwen van een eengezinswoning.
De ontwerpakte werd besproken om de raadscommissie Omgeving dd. 6 september 2021.
Enig artikel.
De gemeenteraad keurt de ontwerpakte tot vestiging van erfdienstbaarheid van lichten en zichten met bepaalde duur ten gunste van de mevrouw DE ROECK Carlyn, eigenaar van Sint - Jansplein 4 op een deel van een eigendom van de gemeente Kontich gelegen te Sint- Jansplein 5 en ten kadaster gekend volgens afdeling 2 sectie C, nummer 341 M, opgemaakt door notaris Frederic Van Cauwenbergh, goed.
Deze omgevingsaanvraag behelst het verkavelen van het projectgebied in 15 loten:
- Vier voor vrijstaande meergezinswoningen;
- Twee clusters van vier eengezinswoningen;
- Het ondergronds niveau;
- De inrit naar het ondergronds niveau en hoogspanningscabine;
- De resterende ruimte binnen het te ontwikkelen gebied voor open ruimte en infrastructuur;
De meergezinswoningen worden op het verkavelingsplan benoemd als lot 1 tot en met lot 4 en omvatten maximaal 68 appartementen in totaal. De eengezinswoningen zijn benoemd als lot 7 ten en met 14. In totaal worden er dus maximaal 76 woongelegenheden voorzien waarvan maximaal 68 appartementen, verdeeld over vier hoofdgebouwen, en acht grondgebonden eengezinswoningen.
Het perceel 2/C/113A, dat volgens het geldende GRUP gelegen is in natuurgebied, behorende tot dezelfde eigenaar als het projectgebied, wordt uitgesloten uit de verkaveling, en zal overgedragen worden aan de gemeente Kontich.
De te creëren residentiële loten zijn nog niet gelegen aan een goed uitgeruste weg. Bijgevolg wordt er met huidige aanvraag eveneens alle infrastructuur voorzien, bestaande uit wegen, rioleringen en bijhorende infrastructuur. De ontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer wordt voorzien tussen Kauwlei 60 en 62. Deze weg leidt meteen naar lot 6, de inrit naar het ondergronds niveau (lot 5).
Al het gemotoriseerd verkeer in functie van dit projectgebied zal moeten parkeren in het ondergronds niveau, evenals leveringsdiensten. Deze weg heeft een breedte van 6m over een lengte van 40,45m. Richting lot 6 verbreedt de weg tot 9,30m en dit over een lengte van net geen 15m. Tot aan lot 6 valt de rooilijn samen met de breedte van de weg op uitzondering van de drie parkeerplaatsen ten noorden van lot 6. Op deze locatie wordt over een lengte van 7,83m de rooilijn plaatselijk verbreedt met 5,90m om de parkeerplaatsen mee op te nemen binnen de rooilijn. De rijweg zal worden uitgevoerd in geborsteld beton.
Na de inrit naar het ondergronds niveau worden er breekpalen voorzien zodat er geen gemotoriseerd verkeer verder in het projectgebied kan rijden, behoudens de hulpdiensten. De vuilniswegen kan nog draaien voor deze breekpalen, ter hoogte van de collectieve afvalcontainers en de drie hierboven vermelde parkeerplaatsen. Deze drie parkeerplaatsen worden uitgevoerd in grasbetontegel.
Een tweede ontsluitingsweg bevindt zich tussen Kauwlei 32 en 34 en dient enkel voor zwakke weggebruikers en de hulpdiensten. Er zal dan ook een breekpaal worden voorzien ter hoogte van de Kauwlei. Deze weg heeft een totaalbreedte van 5m, waarvan 3m in geborsteld beton. Langs weerszijden van deze betonverharding wordt een zone van 1m voorzien in grasbetontegels. De rooilijn beslaat de volledige breedte van deze wegenis, nl. 5m en dit over een diepte van 38,80m.
De twee ontsluitingen worden op terrein verbonden door een kronkelend pad in geborsteld beton met een breedte van 3m. Langs de ene zijde van dit pad, binnen de rooilijn, wordt een bijkomende zone uitgevoerd in grasbetontegels. Zo heeft de wegenis over de volledige lengte een minimale breedte van 5m. Ter hoogte van de loten voor de meergezinswoningen wordt er langs de kant van de meergezinswoningen een variabele strook voorzien in grindgazon. Dit in functie van de brandweeropstelling.
Links van lot 1 wordt het kronkelend pad doorgetrokken tot aan de grens met het natuurgebied. Dit pad heeft een breedte van 2m. Op het einde van het pad wordt een opstelpunt voorzien met een breedte van 6,59m en een diepte van 5,26m. Het pad zal worden uitgevoerd in kiezelverharding.
Een gelijkaardig pad wordt ook voorzien tussen lot 4 en de loten 7 tot en met 10. Het pad kronkelt eveneens richting het aanpalende natuurgebied. Ook dit pad heeft een breedte van 2m met op het einde een opstelstrook met een diepte van 5,05m en een breedte van 10,58m. De opstelstrook wordt gedeeltelijk voorzien over de perceelsgracht heen.
Achter de loten voor eengezinswoningen (lot 11 – 14) wordt nog een ontsluitingsweg voorzien ten behoeve van deze woningen. De weg achter loten 11 tot en met 14 wordt uitgevoerd in een grindverharding en heeft een breedte van 1m..
Alle verhardingen wateren af op eigen terrein.
In uitvoering van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gemeenteraad bevoegd om te beslissen over de wegenis en zijn aanhorigheden.
A. Openbaar onderzoek
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. De aanvraag valt niet onder toepassing van de vereenvoudigde vergunningsprocedure zoals bepaald in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Een openbaar onderzoek werd georganiseerd van 11 januari 2021 tot en met 9 februari 2021. Tijdens deze periode werden volgende bezwaren ingediend die betrekking hebben op de wegenis, zijn aanhorigheden en het rooilijnplan:
1) Moeilijke in- en uitrit van de straat
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Enerzijds werd deze ontsluiting vastgelegd in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘afbakening grootstedelijke gebied Antwerpen’. Anderzijds werd in het MOBER de analyse voor het afwikkelen van de uitrit uitgevoerd gebaseerd op het aantal voertuigen in de Kauwlei. Er is een dwarsing met het fietspad aanwezig, maar de fietsintensiteiten van noord naar zuid liggen hier echter laag, in het bijzonder tijdens de ochtendspits (het drukste moment van uitrijdend verkeer uit de site). De impact van deze fietsers wordt hier als beperkt beoordeeld, zie onderstaande voor cijfers. Er wordt dan ook helemaal geen filevorming verwacht bij het uitrijden van de site.
Volgens de metingen zijn slechts 12 fietsers die zich zuidwaarts verplaatsen op de Kauwlei tijdens de ochtendspits. Deze 12 fietsers zijn verspreid over een uur tijd. De inschatting hier is daarom dat de invloed van deze fietsers beperkt zal zijn, zelfs indien in de toekomst de fietsintensiteiten nog zouden toenemen op de Kauwlei. Er zijn doorgaans veel fietsers aanwezig in de Kauwlei, maar het merendeel van de fietsers verplaatst zich tijdens de ochtendspits noordwaarts. Er zijn tijdens de ochtendspits 157 fietsers die de Kauwlei noordwaarts uitrijden. Deze fietsers rijden echter aan de overzijde van de straat waar geen conflictpunt is met de projectsite.
Ook tijdens de avondspits wordt de inrit niet als knelpunt beoordeeld, aangezien het hier om 20 fietsers gaat die zich zuidwaarts in de Kauwlei verplaatsen. Dit is te verklaren aan de hand van de schoolspits (16.00u – 17.00u) die vroeger valt dan de avondspits voor het gemotoriseerd verkeer (17.00u – 18.00u). Tijdens de schoolspits zijn er 75 fietsers zuidwaarts in de Kauwlei aanwezig. Gezien de spreiding doorheen de tijd (en het feit dat een deel fietsers ook steeds in ‘clusters’ samen rijdt), wordt ook hier de impact als beperkt beoordeel.
Bovendien ligt het fietspad op de Kauwlei ter hoogte van de ingang tot de site in voorrangsregeling. Automobilisten die de site op of af willen rijden dienen voorrang te verlenen aan het kruisende fietsverkeer.
De bijkomende verkeersgeneratie die door het project gegeneerd zal worden is zeer beperkt ten opzichte van de huidige situatie. Door de geplande ontwikkeling wordt op wegvakniveau maximaal een intensiteit van 11 pae/u in één rijrichting gegeneerd. De mobiliteitseffecten van het woonproject in de Kauwlei zijn hierdoor zeer beperkt te noemen. Uit de analyse van de verzadigingsgraag ter hoogte van de ontsluiting van het project op de Kauwlei blijkt dat er geen bijkomende filevorming zal ontstaan en er voldoende restcapaciteit aanwezig is.
2) Onze bezorgdheid gaat vooral uit naar de overbelasting van het doorgaand verkeer dat er momenteel al is en door deze verkaveling zal verergeren. Het verkeer is sinds meer dan 10 jaren enorm toegenomen.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1.
3) Het project voorziet enkel in- en uitrijdend verkeer langs de Kauwlei. De mobiliteitsstudie vermeldt verkeerscijfers maar de resultaten van Straatvinken 2019 spreken die tegen. Tijdens straatvinken 2019 werden op een uur tijd 729 wagens geregistreerd in de Kauwlei, in 2018 waren dat er zelfs 779.Gemiddeld komen er ook ongeveer 90 fietsers per uur langs. De uitrit van de Kauwlei veroorzaakt een bijkomende piek aan autoverplaatsingen op deze reeds drukke as. Bovendien vallen die pieken samen met het schoolgericht fietsverkeer waardoor dit zal leiden tot bijkomende gevaarlijke tot conflictsituaties. De mobiliteitsstudie houdt enkel rekening met de huidige situatie en niet met de talrijke bijkomende ontwikkelingen in Kontich-Kazerne maar ook in Lint. De aangehaalde cijfers zijn bijgevolg na al achterhaald en tonen bijgevolg niet op een realistische manier de impact van dit project op de omgeving aan.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1. Binnen een MOBER dienen de mobiliteitseffecten van het project zelf onderzocht te worden. Het in rekening brengen van al dan niet geplande of onzekere projecten in de ruime omgeving van de site is bij de opmaak van een MOBER niet aan de orde. Uit de effectenanalyse blijkt dat de geplande woonontwikkeling slechts 17 bijkomende voertuigen extra zal generen tijdens maatgevende spitsmomenten. Deze bijkomende verkeersgeneratie wordt als zeer beperkt beoordeeld ten opzichte van de huidige verkeersdrukte.
Straatvinken is een jaarlijks telmoment. Tijdens dit moment kunnen burgers gedurende de avondspits één uur lang alle voetgangers, fietsers en andere voertuigen tellen die passeren. Om zicht te krijgen op de huidige verkeersstromen in de directe omgeving van het projectgebied werden in kader van het MOBER kruispunttellingen uitgevoerd op de cruciale kruispunten rondom de projectsite. Volgens de richtlijnen volstaat het om verkeerstellingen uit te voeren tijden de maatgevende spitsperioden. Aangezien er veel schoolgaande jeugd passeert in de Kauwlei werd naast beide spitsmomenten, ook de schoolspits mee opgenomen in de registratie. Aanvullend heeft de aanvrager ervoor gekozen om doorsnedetellingen uit te voeren in de Kauwlei zelf. Gezien de lange meetperiode die gehanteerd werd van 20 dagen, werd meer onderzocht dan in een klassiek MOBER gevraagd wordt en kon een grondige analyse gemaakt worden van de situatie in de Kauwlei. Uit de metingen blijkt dat er op een gemiddelde werkdag 756 voertuigen per uur (hetgeen overeenkomt met 825 pae/u) waargenomen werden tijdens het drukste avondspitsuur. In de mobiliteitsanalyse die uitgevoerd werd in het MOBER werd dus gerekend met een hogere wegvakbelasting dan degene die in Straatvinken worden gemeten voor het jaar 2019. De intensiteiten van Straatvinken in 2018 liggen slechts beperkt hoger en nog steeds in dezelfde grootteorde als de gegevens waarop de ananlyse in het MOBER zijn gebaseerd.
4) Als we in detail kijken naar de doorstroom van fietsers en voertuigen van, naar en langs dit project, kunnen we alleen maar vaststellen dat dit project een gevaarlijke impact heeft op de mobiliteit. De enige ontsluiting voor wagens is via de wegenis aan de Kauwlei tussen nr. 60 en 62. Dit zorgt voor een gevaarlijk knooppunt van fietsers/voetgangers vs auto’s die uit de nieuw te bouwen verkaveling zouden rijden. Bovendien zijn de fietsers/voetgangers die daar kruisen owv de omliggende huizen en hagen moeilijk of laat zichtbaar, waardoor hun veiligheid in de huidige omstandigheden niet kan worden gewaarborgd. Bovendien doet de aanwezigheid van een afvalinzamelpunt en parkeerplaatsen voor leveringen ook vermoeden dat er zwaarder verkeer (zoals vuilniswagen, camion(nette)s voor leveringen, verhuiswagens,…) van en naar de site kan rijden via deze enige weg. Dit is ikv veiligheid en ikv overlast onaanvaardbaar.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1.
5) De Kauwlei, die de enige toegangsweg vormt voor het project, is een sterk verzadigde weg. Hier wordt heel licht over gegaan in de bijgevoegde motivatienota, waarin verwezen wordt naar een mobiliteitstoets. Het is te betreuren dat de gemaakte analyses kortzichtig zijn, en zich enkel baseren op metingen uitgevoerd in 2019. Als buurtbewoner vind ik het zorgwekkend dat de projectontwikkelaar het project niet bekijkt vanuit een toekomstig standpunt. Het is duidelijk dat in dezelfde omgeving een aantal andere bouwprojecten gepland zijn, of in een aanvraagfase zitten. Daarom lijkt het mij cruciaal dat er minstens referentie gemaakt wordt naar deze andere projecten, en idealiter een scenario wordt uitgewerkt hoe de situatie binnen 5 – 7 – 10 jaar zal evolueren. Verder moet kritisch durven gekeken worden naar de data die aangewend wordt in de bijgevoegde mobiliteitsstudie. Een aantal zaken vallen op: a) de intensiteit van het fietsgebruik wordt beargumenteerd op basis van Strava Global Heatmap. Dit geeft sowieso een gekleurd beeld en kan onmogelijk aanvaard worden als relevante databron in deze context; b) kruispunt tellingen werden enkel uitgevoerd in het winterseizoen van 2019. De gebruikte tellingen zijn hierdoor niet overtuigend, in eerste instantie omdat ze dateren van 2019 en in tweede instantie omdat ze geen beeld over een langere periode rechtvaardigen.; c) de aangewende data rond fietsintensiteiten dateert van 2015. Deze datum is ruim voor het moment dat het fiscale voordeel rond speed pedelecs en andere elektrische fietsen in voegen trad. Hoewel ik er geen concrete data tegenover kan leggen, kan ik als buurtbewoner enkel mijn bezorgdheid uiten dat de gebruikte cijfers rond fietsverkeer zeer laag ingeschat zijn. Op basis van deze punten dringt een uitgebreide verkeerssimulatie zich op, waarin niet enkel naar de huidige situatie gekeken wordt, maar minstens referentie gemaakt wordt naar toekomstige ontwikkelingen in dezelfde buurt. Concreet zou ik verwachten dat er iets minstens gezegd wordt over dossier OMV_2021115855 en het project ‘hoeve Kempeneers’, op de hoek van de Kauwlei en Ooststatiestraat
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1 en 2.
6) Het project voorziet trage verbindingen naar open ruimte gebied. Maar dit is enkel in de planning en er is geen garantie zijn dat die er ook ooit zal komen: een project van die omvang zou proactief dergelijke garantie moeten ingebouwd hebben. Het ontbreken van trage verbindingen richting beide delen van Broekbosstraat maakt dit project nog meer auto-gericht en dus geen voorbeeld van duurzaam ruimtelijk/mobiliteitsbeleid.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Er wordt één ontsluiting voorzien voor gemotoriseerd verkeer, tussen Kauwlei 60 en 62 conform het grafisch plan het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen’, die rechtstreeks naar de ondergrondse ruimte met parking leidt. Voor het overige zijn er bovengronds enkel trage verbindingswegen voorzien en ontsluiting voor hulpdiensten. Het autoluwe karakter, de inplanting van enkele bovengrondse fietsstalplaatsen, de twee ontsluitingsmogelijkheden voor de zachte weggebruiker en de mogelijkheid voor de gemeente om in de toekomst te kunnen voorzien in een fietsverbinding richting de Broekbosstraat zorgt er voor dat het voorliggende project niet negatief zal werken op de zachte mobiliteit.
7) Wij zijn er ons van bewust dat een omgevingsvergunning een zakelijk karakter heeft, en wordt verleend onder voorbehoud van burgerlijke rechten. Dat neemt niet weg dat het (eigendom)statuut van deze grondstrook tussen huisnrs. 32 en 34, en de mate waarin die in dit geval al dan niet in de aanvraag betrokken wordt, van belang is voor de beoordeling. Van twee diengen hier één:Ofwel maakt de strook grond tussen perceel 109/K en 109/L wél deel uit van de aanvraag,
maar dan is de projectie in het Omgevingsloket manifest verkeerd (zie hierboven). Los van die verkeerde voorstelling, is de vraag of de omgevingsvergunning in dat geval kan worden verleend volledig afhankelijk van de vraag of de aanvrager op deze strook enig recht kan doen gelden. Uit de aanvraag blijkt immers dat het volledige lot 15, inclusief deze grondstrook, zal worden overgedragen aan het gemeentebestuur – wat uiteraard niet kan in de mate dat aanvrager geen rechten op het terrein verworven heeft, en ook geen rechten zou kunnen verwerven. Het eigendomsstatuut is hier dus een relevant gegeven dat bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag betrokken moet worden.
Ofwel maakt het gronddeel tussen perceel 109/K en 109/L geen deel uit van de aanvraag,
en kan de omgevingsvergunning niet worden verleend. Eén van de twee ontsluitingen van het projectgebied wordt immers voorzien over deze grondstrook, waarlangs het trage bestemmingsverkeer (voetgangers en fietsers) en de hulpdiensten toegang zullen nemen naar het achterliggende gebied. De uitgevoerde mobiliteitstoets gaat ook uit van deze ontsluiting. Deze ontsluiting vormt dus een essentieel onderdeel van het project.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1,3 en 6. De voorliggende plannen werden allen opgemaakt op basis van een opmeting, uitgevoerd door een erkend landmeter. Deze opmeting werd gedaan, rekening houdend met de eigendomsakten. Hieruit blijkt zeer duidelijk dat de toegangswegen volledig in eigendom van de aanvrager zijn.
8) Er wordt welgeteld 1 ontsluiting voor het gemotoriseerde verkeer voorzien. Op de informatievergadering maakt men gewag van een bijkomende belasting van het lokale verkeer van 15 bewegingen per uur. Gezien de resultaten van de tellingen “Straatvinken” 2019 en 2020 vermoed ik dat deze 15 bewegingen een gemiddelde zijn over 162 uur, t.t.z. over een volledige week dag en nacht. Dat deze getallen absurd zijn staat buiten kijf, Straatvinken geeft pre corona 750 en tijdens corona 550 bewegingen op slechts 1 uur.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1 en 3.
9) Als de bus aan de bushalte stopt, stopt ook de verkeersstroom op de Kauwlei. Dus op dat moment stopt ook de mogelijkheid om uit de enige toegangsweg te rijden, of er in. Tot overmaat van ramp blokkeert men dan nog fiets- en voetpad zolang men niet kan invoegen in het wachtende verkeer. Is bij de berekening van de toename van de verkeersdruk ook rekening gehouden met de toename van de wachttijden tijdens deze spitsmomenten?
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1 en 3.
10) Dit project kent ook maar 1 ontsluitingsweg via de Kauwlei en dat is onaanvaardbaar tov het aantal (76) wooneenheden. De enige ontsluiting voor wagens is via de wegenis aan de Kauwlei tussen nr. 60 en 62. Dit zorgt voor een gevaarlijk knooppunt van fietsers/voetgangers vs auto’s die uit de nieuwe te bouwen verkaveling zouden rijden. Bovendien zijn de fietsers/voetgangers die daar kruisen owv de omliggende huizen en hagen moeilijk of laat zichtbaar, waardoor hun veiligheid in de huidige omstandigheden niet kan worden gewaarborgd. Bovendien doet de aanwezigheid van een afvalinzamelpunt en parkeerplaatsen voor leveringen ook vermoeden dat er zwaarder verkeer van en naar de site kan rijden via deze enige weg. Dit is ikv veiligheid en overlast onaanvaardbaar.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1 en 3.
11) De in- en uitritten van het woonproject liggen uitsluitend langs de Kauwlei. Deze drukke verkeersader verbindt niet enkel de winkelzone en woonzones in Kontich Kazerne met de andere inwoners van Kontich maar dient tevens als een verbindingsweg naar Lint. Daar bovenop wordt deze straat zeer frequent gebruikt door schoolgaande jeugd en andere fietsers, een van de meest kwetsbare actoren in het verkeer. Het gevaar tegenover deze groep veroorzaakt door een verhoogde drukte voornamelijk maar niet beperkt tot de ochtend- en avondspits, en de gevaarlijke aard van in- en uitrijdend verkeer dat een fietspad moet kruisen, is bijgevolg reëel. Voor een gemeente die zes jaar geleden nog de juryprijs kreeg voor ‘Fietsgemeente 2015’ is dit risico onaanvaardbaar en een frappante verslechtering van de huidige situatie. De mobiliteitsstudie zoals uitgevoerd in het kader van het aanvraagdossier houdt geen enkele rekening met de verhoogde mobiliteit ten gevolge van toekomstige bijkomende ontwikkelingen in Kontich-Kazerne en Lint. Dit verhoogt enkel het risico op (zware) ongevallen, vertragingen, en verkeershinder.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1 en 3.
12) In het oorspronkelijke stratentracé was er een trage weg voorzien naar de bocht van de Broekbosstraat. Deze is niet opgenomen in het huidige voorstel. Ook een doorsteek naar de korte Broekbosstraat is gewenst. Kunnen beiden niet voorzien worden boven de riolering van Pronkenbergstraat naar Ooststatiestraat?
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 3. Er worden paden aangelegd tot aan de grens met het natuurgebied. Toekomstig kan de gemeente, in overleg met de betreffende grondeigenaars, voorzien in een doortrekking van deze twee paden tot aan zowel de ‘lange’ als ‘korte’ Broekbosstraat.
13) We stellen vast dat voor traag verkeer er enkel in- en uitritten zijn via de Kauwlei. Ook hier is de last dus niet proportioneel verdeeld. Een uitgang via de Broekbosstraat zou dit meer in balans kunnen brengen.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 3. Er worden paden aangelegd tot aan de grens met het natuurgebied. Toekomstig kan de gemeente, in overleg met de betreffende grondeigenaars, voorzien in een doortrekking van deze twee paden tot aan zowel de ‘lange’ als ‘korte’ Broekbosstraat.
14) Toegangsweg: slechts 1 in-/uitrit verkeer langs de Kauwlei. Deze toegangsweg kruist een voet- en fietsstrook waar dagelijks heel wat fietsers op weg naar school of werk langsrijden.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1 en 3.
15) Wat als de uitgang geblokkeerd is op een spitsuur met volop inrijdend verkeer, zoals al enkele keren gebeurde op de Mechelsesteenweg aan C&A, Bristol, ZEB en Hunkenmöller? Niemand kon daar weg en door het toenemend aantal auto’s kwam er meer en meer chaos, echter bij laatstgenoemden is er een alternatieve uitgang met poort die normaal gesloten is maar die wel in geval van nood kan geopend worden -> dat is al een aantal keer moeten gebeuren. In het project is er geen tweede in-/uitrit voor het verkeer voorzien en dat is, hoewel de appartementen zelf in normale omstandigheden wel door de hulpdiensten zullen bereikt kunnen worden, niet veilig.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Het project voorzien in een twee ontsluitingsmogelijkheid in geval van calamiteiten. Deze ‘nood’ontsluiting is gelegen tussen Kauwlei nr. 32 en 34.
16) De Kauwlei is beschreven als een functionele verbinding voor fietsers, het is hoegenaamd niet raadzaam hier verdere kruisingen met materieel verkeer toe te laten, en dit in het belang van de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruiker in Kontich. Het functioneel kruisverkeer heeft enkel een negatieve impact op deze aanvraag.
Het bezwaar wordt niet weerhouden. Zie bespreking bezwaar 1.
B. Adviezen
Bij de adviesronde werden volgende adviezen uitgebracht die al dan niet geheel betrekking hebben op de wegenis en zijn aanhorigheden:
Het advies is gunstig, mits er voldaan wordt aan het in advies opgenomen te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.
Het advies is voorwaardelijk gunstig, mits er voldaan wordt aan het in advies opgenomen te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.
Het advies is gunstig, mits er voldaan wordt aan het in advies opgenomen voorwaarden.
Het advies is voorwaardelijk gunstig, mits er voldaan wordt aan het in advies opgenomen voorwaarden.
Algemeen is het zo dat, indien men wenst aan te sluiten op onze leidingen, dit apart en schriftelijk moet worden aangevraagd bij Aquafin. Omdat de aanvrager op zijn plan de aansluiting voorziet op de bovengemeentelijke riolering, beschouwen wij deze aanvraag tot omgevingsvergunning mee als een aanvraag tot aansluiten. Deze aanvraag wordt intern onderzocht. Van zodra wij hierover uitsluitsel hebben, lichten wij u hierover in.
Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken. Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.
C. Advies GOA
Het is aangewezen om de zachte wegverbinding tussen Kauwlei nr. 32 en 34 ook te markeren op het voorliggende openbaar domein. Mogelijks zal dit in de toekomst, indien doorgetrokken tot aan de Broekbosstraat, een veel gebruikte ontsluiting gaan vormen voor de zachte weggebruiker. De nodige maatregelen om hiervan een verkeersveilige en op maat van de fietser en voetganger oversteek te voorzien zijn noodzakelijk en volgen uit de visie opgenomen in het gemeentelijk fietsbeleidsplan. De oversteek dient minimaal vorm te krijgen zoals hieronder beschreven, gerefereerd kan worden naar de oversteek op de Ooststatiestraat ter hoogte van het Hof van Spruyt:
Artikel 1.
De gemeenteraad neemt kennis van de omgevingsaanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor verkavelen van gronden waarbij alle infrastructuur voorzien, bestaande uit wegen, rioleringen en bijhorende infrastructuur. De ontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer wordt voorzien tussen Kauwlei 60 en 62. Deze weg leidt meteen naar lot 6, de inrit naar het ondergronds niveau (lot 5).
Deze weg heeft een breedte van 6m over een lengte van 40,45m. Richting lot 6 verbreedt de weg tot 9,30m en dit over een lengte van net geen 15m. Tot aan lot 6 valt de rooilijn samen met de breedte van de weg op uitzondering van de drie parkeerplaatsen ten noorden van lot 6. Op deze locatie wordt over een lengte van 7,83m de rooilijn plaatselijk verbreedt met 5,90m om de parkeerplaatsen mee op te nemen binnen de rooilijn. De rijweg zal worden uitgevoerd in geborsteld beton.
Na de inrit naar het ondergronds niveau worden er breekpalen voorzien zodat er geen gemotoriseerd verkeer verder in het projectgebied kan rijden, behoudens de hulpdiensten. De vuilniswegen kan nog draaien voor deze breekpalen, ter hoogte van de collectieve afvalcontainers en de drie hierboven vermelde parkeerplaatsen. Deze drie parkeerplaatsen worden uitgevoerd in grasbetontegel.
Een tweede ontsluitingsweg bevindt zich tussen Kauwlei 32 en 34 en dient enkel voor zwakke weggebruikers en de hulpdiensten. Er zal dan ook een breekpaal worden voorzien ter hoogte van de Kauwlei. Deze weg heeft een totaalbreedte van 5m, waarvan 3m in geborsteld beton. Langs weerszijden van deze betonverharding wordt een zone van 1m voorzien in grasbetontegels. De rooilijn beslaat de volledige breedte van deze wegenis, nl. 5m en dit over een diepte van 38,80m.
De twee ontsluitingen worden op terrein verbonden door een kronkelend pad in geborsteld beton met een breedte van 3m. Langs de ene zijde van dit pad, binnen de rooilijn, wordt een bijkomende zone uitgevoerd in grasbetontegels. Zo heeft de wegenis over de volledige lengte een minimale breedte van 5m. Ter hoogte van de loten voor de meergezinswoningen wordt er langs de kant van de meergezinswoningen een variabele strook voorzien in grindgazon. Dit in functie van de brandweeropstelling.
Links van lot 1 wordt het kronkelend pad doorgetrokken tot aan de grens met het natuurgebied. Dit pad heeft een breedte van 2m. Op het einde van het pad wordt een opstelpunt voorzien met een breedte van 6,59m en een diepte van 5,26m. Het pad zal worden uitgevoerd in kiezelverharding.
Een gelijkaardig pad wordt ook voorzien tussen lot 4 en de loten 7 tot en met 10. Het pad kronkelt eveneens richting het aanpalende natuurgebied. Ook dit pad heeft een breedte van 2m met op het einde een opstelstrook met een diepte van 5,05m en een breedte van 10,58m. De opstelstrook wordt gedeeltelijk voorzien over de perceelsgracht heen.
Achter de loten voor eengezinswoningen (lot 11 – 14) wordt nog een ontsluitingsweg voorzien ten behoeve van deze woningen. De weg achter loten 11 tot en met 14 wordt uitgevoerd in een grindverharding en heeft een breedte van 1m..
Art. 2.
De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek waarbij bezwaarschriften werden ingediend die handelen over de wegenis en de bijhorende infrastructuur.
Art. 3.
De gemeenteraad neemt kennis van de vermelde ingediende adviezen die handelen over de wegenis en de bijhorende infrastructuur.
Art. 4.
De gemeenteraad besluit het wegtracé (aanleg nieuwe wegenis) met de rooilijnen en ontwerp weg- en rioleringswerken (infrastructuur en nutsvoorzieningen) goed te keuren onder de volgende voorwaarden
9. Het advies van de brandweer zone Rand met kenmerk PR2000296-03 dd. 25/07/2021 dient strikt te worden nageleefd.
10. De opstelstrook aan het einde van de wegenis tussen lot 4 en loten 7 t.e.m.10 wordt over een breedte van 6m beperkt tot een diepte van 2,50m om zo de perceelsgracht te kunnen vrijwaren.
Op 18 juni 2021 diende Bouw & Promotie Kauwlei en Van Wellen Real Estate Development een omgevingsvergunningsaanvraag in voor het verkaveling van de parkwijk Kauwlei.
De inrichting van het publiek park en de voorziene ontsluitingsmaatregelen zijn essentieel elementen om tot woonontwikkeling te kunnen overgaan.
Daarom wenst de gemeente een aantal afspraken te maken die niet in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of in latere omgevingsvergunning voor SH kunnen worden geregeld maar die noodzakelijk zijn in het kader van een goede ruimtelijke ordening.
Artikel 41 stelt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het goedkeuren/aanvaarden van eenzijdige verbintenissen.
Artikel 1.
De gemeenteraad neemt kennis van de eenzijdige verbintenis van de aanvragers van de verkaveling parkwijk Kauwlei.
Art. 2.
De éénzijdige verbintenis wordt goedgekeurd.
De gemeenteraad heeft in zitting van 19 oktober 2015 de samenwerkingsovereenkomst tussen het Kringloopcentrum Opnieuw & Co vzw en de gemeente Kontich goedgekeurd.
Deze samenwerkingsovereenkomst liep in principe ten einde op 31 december 2020. Noch het kringloopcentrum noch de gemeente Kontich reageerde op het gegeven dat de overeenkomst op 31 december 2020 afliep. De betalingen zoals bepaald in de overeenkomst werden zoals in de 5 voorgaande jaren in maart of april gewoon uitgevoerd. Ook dan liet het kringloopcentrum na hierop te reageren. De betaling werd aanvaard alsof er nog steeds een contract was.
Pas eind december 2020 werd de gemeente Kontich gecontacteerd door het kringloopcentrum met een nieuw voorstel tot ontwerp-samenwerkingsovereenkomst. Pas toen werd voor beide partijen duidelijk dat de bestaande samenwerkingsovereenkomst reeds gedateerd was.
Zowel de inhoud van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst als een elegante tussentijdse oplossing voor de overbruggingstermijn werden besproken op 9 juni 2021. De nieuwe samenwerkingsovereenkomst bevatte een aantal wijzigingen en kon niet zomaar zonder meer goedgekeurd worden. Gezien het ook nog onmogelijk was dit op een drafje op de gemeenteraad te plaatsen, werd in onderling overleg overeengekomen de bestaande overeenkomst in 2021 in de praktijk verder te zetten. Het kringloopcentrum had hierover graag een formele beslissing voor hun raad van bestuur.
In afwachting van een aanvaardbaar nieuw voorstel keurt de gemeenteraad de verderzetting van de bestaande overeenkomst met een extra jaar formeel goed zodat de dagelijkse werking niet in gevaar komt. Dat geeft ons en het kringloopcentrum de tijd om tot een nieuwe ontwerpovereenkomst te komen die in het najaar 2021 door de gemeenteraad moet bekrachtigd worden en zal ingaan op 1 januari 2022 voor de komende 5 jaar.
Artikel 41 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Vlarema, afdeling 5, Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, B.Vl.R. 16.09.2016, p. 49, Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, B.Vl.R. 16.09.2016, p. 118: De gemeente stimuleert producthergebruik door minstens een overeenkomst af te sluiten met een door OVAM erkend kringloopcentrum.
Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, B.Vl.R. 16.09.2016, p. 49: De Vlaamse overheid kiest ervoor om in deze planperiode kwalitatief hergebruik verder te stimuleren. Alle actoren die werken rond hergebruik moeten daarom toegang hebben tot herbruikbare stromen.
Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, B.Vl.R. 16.09.2016, p. 118: Kringloopgoederen zijn potentieel herbruikbare goederen die door een door de OVAM erkend kringloopcentrum worden ingezameld, opgeslagen, gesorteerd, eventueel hersteld en verkocht met hergebruik als doel.
Gemeenteraadsbeslissing van 15 oktober 2015 - goedkeuring overeenkomst tussen de gemeente Kontich en het kringloopcentrum Kringwinkel Opnieuw en Co.
Het overbruggen van het jaar 2021 onder de voorwaarden van de bestaande overeenkomst is de meest elegante en voordelige oplossing. Het stelt ons in staat de huidige samenwerking onder dezelfde voorwaarden voort te zetten en tijd te nemen om tot een nieuwe overeenkomst voor de komende werkjaren te komen. De timing waarop we mikken is de gemeenteraad van september of oktober.
Financieel is al alles afgehandeld zoals dat de voorbije 5 jaren wanneer de overeenkomst nog van kracht was afgehandeld.
Het kringloopcentrum gaat akkoord om de overeenkomst met 1 jaar te verlengen mits minstens een formele bekrachtiging van het college, zodat deze bekrachtiging aan haar raad van bestuur kan tonen.
Raadscommissie omgeving dd. 6 september 2021
Het verlengen van de bestaande samenwerkingsovereenkomst met 1 jaar is de meest financiële interessante optie, daar de nieuwe samenwerkingsovereenkomst duurder zal uitkomen.
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt de verlenging van de bestaande samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Kontich en het kringloopcentrum Kringwinkel Opnieuw&Co vzw met een jaar, tot uiterlijk 31 december 2021 goed. Deze maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 2.
De bestaande modaliteiten, zoals ze bepaald werden in de samenwerkingsovereenkomst 2015-2020, worden in het jaar 2021 onder dezelfde voorwaarden voorgezet.
De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS) voorziet in artikel 21, §1 1° voor gemeenteambtenaren de mogelijkheid om inbreuken vast te stellen die het voorwerp kunnen uitmaken van administratieve sancties. De gemeenteambtenaren moeten voldoen aan een aantal minimumvoorwaarden vastgelegd in een Koninklijk Besluit. Deze voorwaarden zijn de volgende: 1) tenminste 18 jaar oud zijn; 2) niet veroordeeld zijn geweest tot een correctionele of criminele straf behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer; 3) minstens beschikken over een getuigschrift van het secundair onderwijs en 4) voldoen aan de voorwaarden inzake opleiding.
Het gaat om een 40 uur durende opleiding die vier verschillende onderdelen omvat: 1) de wetgeving met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties; 2) conflictbeheersing + positieve conflictbeheersing met minderjarigen; 3) het vaststellen van de overtredingen en de redactie van de vaststelling en 4) de werkingsbeginselen van de politiediensten. Van alle gedoceerde onderdelen wordt een examen afgenomen. De kandidaat is geslaagd indien hij voor elk onderdeel minimum 50% van de punten heeft behaald en minimum 60% van de punten heeft behaald voor het totaal van alle onderdelen.
Michiel Dons voldoet aan alle bovenstaande voorwaarden en kan bijgevolg aangesteld worden als GAS-vaststeller.
Het is de bedoeling dat hij voornamelijk toeziet op de artikels die aansluiten op de stedenbouwkundige en milieuwetgeving.
24 JUNI 2013. - Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
Art. 21.§ 1. De inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van administratieve sancties kunnen eveneens worden vastgesteld door de volgende personen :
1° de gemeenteambtenaren die voldoen aan de door de Koning vastgelegde minimumvoorwaarden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad inzake de selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid, en die daartoe door de gemeenteraad worden aangewezen. In geval van een meergemeentepolitiezone, kunnen deze gemeenteambtenaren-vaststellers vaststellingen verrichten op het grondgebied van alle gemeenten die deel uitmaken van deze politiezone, en desgevallend, van de gemeenten van een of meer andere zones, op voorwaarde dat er een voorafgaande overeenkomst daartoe werd gesloten tussen de betrokken gemeenten van de politiezone van oorsprong van de ambtenaar en, in voorkomend geval, de gemeente die tot een andere politiezone behoort;
De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Het Koninklijk Besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie.
Michiel Dons voldoet aan alle vereisten om aangesteld te worden.
De aanstelling als GAS-vaststeller sluit aan bij de handhavingstaken die hij voor stedenbouw en milieu opneemt en zorgt ervoor dat bepaalde dossiers sneller behandeld kunnen worden. Hierbij wordt prioriteit gesteld voor dossiers met betrekking tot: grachten, het kappen van bomen en afval.
Enig artikel.
De gemeenteraad keurt de aanstelling van Michiel Dons als GAS-vaststeller goed.
De communicatiedienst onderzocht verschillende locaties in onze gemeente waar digitale infoborden kunnen komen, waarop zowel het lokaal bestuur als lokale ondernemers affiches kunnen plaatsen. De schermen komen op locaties:
Op basis van deze criteria, besloot de communicatiedienst dat onderstaande locaties geschikt zijn om digitale infoschermen te plaatsen:
De communicatiedienst kreeg positief advies van politie HEKLA en dienst mobiliteit over deze locaties (zie ook bijgevoegde mail van politiezone HEKLA in bijlage.)
Op 26/07/2021 het CBS de drie locaties goed, de concessieleidraad en de conceptnota goed. (Agendapunt ID 30616 referentie CBS/2021/1230 - CBS/2021/1230)
Op 1/9/2021 nam de raadscommissie Ondersteuning kennis van de concessieleidraad en de conceptnota. (Agendapunt ID 30836 referentie RC Ondersteuning/2021/025)
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, Art. 40.§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
Op 26/07/2021 het CBS de drie locaties goed, de concessieleidraad en de conceptnota goed. (Agendapunt ID 30616 referentie CBS/2021/1230 - CBS/2021/1230)
Bespreking raadscommissie ondersteuning dd. 1/9/2021
Enig artikel.
De gemeenteraad keurt de concessieleidraad en de conceptnota goed voor de plaatsing en het beheer van drie digitale infoborden in het Kontichse straatbeeld.
De concessieleidraad wordt, na goedkeuring door de gemeenteraad van 20 september 2021, bijgevoegd (als technische specificatie) bij het bestek dat wordt opgestuurd naar de verschillende aangeschreven firma's.
Kontich maakt actief deel uit van de sportregio Midden-Provincie, een samenwerking op sportief vlak tussen de provinciale sportdienst Antwerpen en de gemeenten Boechout, Borsbeek, Edegem, Hove, Lint, Ranst, Schilde, Wijnegem, Wommelgem, Zandhoven, Zoersel en de stad Mortsel.
Met ingang van 1 januari 2015 stapte de provincie als partner uit de interlokale vereniging.
Het werkingsverslag 2020 werd op de online algemene vergadering van de interlokale vereniging “Sportregio Midden-Provincie” op 24 februari 2021 door het beheerscomité goedgekeurd.
De Schepenen van Sport zetelen als afgevaardigden van de deelnemende gemeenten in het beheerscomité van de interlokale vereniging ”Sportregio Midden-Provincie”.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, en latere wijzigingen
Het verslag werd voorgelegd aan de sportraad en goedgekeurd.
Gemeenteraadscommissie Samenleven en vrije tijd dd. 6 september 2021.
Artikel 1.
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het werkingsverslag 2020 van Sportregio Midden-Provincie ILV.
Art. 2.
De gemeenteraad besluit een afschrift van de gemeenteraadsbeslissing over te maken aan het secretariaat van de Sportregio Midden-Provincie ILV.
Er werden 2 nieuwe dossiers binnen gebracht, beide voldeden aan de erkenningsvoorwaarden.
Enkel erkende sportverenigingen komen in aanmerking voor subsidie en andere voordelen.
Art. 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Positief advies van de sportraad(kernraad) dd 18 augustus 2021 zie bijlagen.
geen
Enig artikel.
Onderstaande 2 verenigingen worden in 2021 erkend als Kontichse sportvereniging
De gemeenten Hove, Edegem, Kontich, Lint, Boechout en Mortsel vormen een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid, in overeenstemming met het decreet van 6 juli 2001, houdende de intergemeentelijke samenwerking.
Gemeente Aartselaar deed een aanvraag voor hertoetreding tot Bibkwintet.
Deze vraag werd positief geadviseerd door het beheerscomité van Bibkwintet.
Op 12/12/2005 keurt het College van Burgemeester de samenwerkingsovereenkomst van de Interlokale Vereniging Bibkwintet goed voor de samenwerking tussen de gemeenten Hove, Edegem, Kontich, Lint en Aartselaar.
Op 27/2/2012 aanvaardt de gemeenteraad de gewijzigde samenwerkingsovereenkomst met het ontslag van Aartselaar en de toetreding van Boechout bij Bibkwintet.
Op 9/11/2017 aanvaardt de gemeenteraad de gewijzigde samenwerkingsovereenkomst en de toetreding van Mortsel bij Bibkwintet.
Op 17/1/2020 keurt de vergadering van het beheerscomité van Bibkwintet een aangepaste versie van beheersovereenkomst en huishoudelijk reglement goed.
Op 2/8/2021 aanvaardt het college van burgemeester en schepenen de gewijzigde samenwerkingsovereenkomst en de hertoetreding van Aartselaar bij Bibkwintet.
Artikel 41 §2 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 geeft de gemeenteraad de bevoegdheid over de in het decreet van 6 juli 2001 vermelde intergemeentelijke samenwerking.
Cultuurdecreet 13 juli 2001 stimuleert bibliotheken om intergemeentelijk samen te werken.
De hertoetreding van Aartselaar tot Bibkwintet versterkt de werking van het regionaal samenwerkingsverband. Gezien de geografische ligging is deze hertoetreding een logische keuze.
Een aanpassing van de beheersovereenkomst van Bibkwintet is nodig:
* Artikel 1: Aartselaar toevoegen in rijtje van lokale besturen.
* Artikel 8: De verdeelsleutel voor de kosten moet herberekend worden.
De verdeelsleutel werd op 17 januari 2020 vastgelegd voor de loop van deze legislatuur; door de herintrede van Aartselaar wordt deze vandaag aangepast als volgt:
| gemeente |
17 januari 2020 |
aanpassing 25 juni 2021 |
| Hove |
9% |
7% |
| Lint |
9% |
7% |
| Boechout |
13% |
12% |
| Aartselaar |
13% |
|
| Kontich |
21% |
19% |
| Edegem |
22% |
19% |
| Mortsel |
26% |
23% |
Kontich blijft beherende gemeente voor Bibkwintet.
De interlokale vereniging kan subsidies aanvragen voor projecten of voor structurele samenwerking bij hogere overheden of andere instanties. Het resterende bedrag wordt door de deelnemende gemeenten gefinancierd, volgens een verdeelsleutel gebaseerd op het inwonersaantal van de deelnemende gemeenten. Deze wordt opnieuw berekend en vastgesteld als volgt:
Jaarlijks maken de bibliotheken een actieplan met budgetramingen op. Dit wordt voorgelegd aan het beheerscomité van Bibkwintet. Bij goedkeuring wordt het volledige bedrag, zonder rekening te houden met mogelijke subsidies, bij begrotingsopmaak voorzien in het werkingsbudget van elke bibliotheek. Het actieplan kan altijd worden bijgestuurd indien er minder middelen beschikbaar zouden zijn.
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt de hertoetreding van gemeente Aartselaar tot de interlokale vereniging Bibkwintet goed.
Art. 2.
De gemeenteraad aanvaardt de vernieuwde financiële verdeelsleutel, gebaseerd op het inwoneraantal, waarbij Kontich per project instaat voor 19% van de gemaakte kosten.
Art. 3.
De gemeenteraad gaat akkoord met de aangepaste beheersovereenkomst van de interlokale vereniging Bibkwintet.
Op voordracht van OVSG dienen er talrijke relevante wijzigingen doorgevoerd te worden in het schoolreglement van de gemeentelijke basisschool AHA!.
Het directieteam van A-HA! school integreerde alle nieuwe artikelen en correcties in het schoolreglement. Het bevat eveneens verwijzingen naar wetgeving waaraan men refereert.
A-HA! School streeft naar een eigentijds en helder schoolreglement, met respect voor de wetgeving, de signatuur van de school en de gemeente Kontich.
De geel gemarkeerde tekstgedeelten (in het reglement in bijlage) zijn de wettelijke aanpassingen conform de versie van OVSG:
Volgende elementen zijn onderwerp van aanvulling of wijziging:
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40, §3;
A-HA! School streeft naar een eigentijds en helder schoolreglement, met respect voor de wetgeving, de signatuur van de school en de gemeente Kontich.
Het positieve advies van de schoolraad, d.d. 24 juni 2021.
Geen
Enig artikel.
De gemeenteraad keurt het schoolreglement van de gemeentelijke basisschool A-HA! goed.
In huidige fase van de COVID-19-crisis blijft een cruciale rol weggelegd voor preventie, sensibilisering, contactonderzoek en bronopsporing.
Op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 sloot gemeente Kontich op 18 januari 2021 voor de periode van 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021 een samenwerkingsovereenkomst af met het Agentschap Zorg en Gezondheid voor optie 1 (sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching), met een bijhorende subsidie.
In het verlengde van deze samenwerkingsovereenkomst werkte de Vlaamse Regering de contouren uit voor preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine-coaching en lokaal contactonderzoek door lokale besturen ook na 31 maart 2021. Daarbij werd gekozen om optie 1 verder te zetten volgens dezelfde modaliteiten als bij de samenwerkingsovereenkomst van 18 januari 2021 en werd op 12 april 2021 een addendum toegevoegd aan de samenwerkingsovereenkomst voor de verlengingsperiode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021. Het wijzigingsbesluit van 7 mei 2021 verlengde dit engagement met een tweede addendum voor de periode 1 juli 2021 tot en met 31 augustus 2021.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 verlengt nogmaals het aangegane engagement met een derde addendum, nog steeds onder dezelfde modaliteiten als bij de samenwerkingsovereenkomst van 18 januari 2021. Deze derde verleningsperiode geldt van 1 september 2021 tot en met 15 oktober 2021.
De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters. De engagementen die de gemeente opneemt, doen geen afbreuk aan de engagementen die de gemeente in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden binnen de werking van de Eerstelijnszone Zuid Oost Rand Antwerpen. Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.
Het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
De gemeente zorgt voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen.
De gemeenteraad is bevoegd om onderhavig besluit te nemen.
Gezien de gemeenteraad niet tijdig kon samenkomen om onderhavig besluit te nemen, kon het college op grond van artikel 269 Decreet Lokaal Bestuur bij hoogdringendheid het derde addendum bij de samenwerkingsovereenkomst goedkeuren met het oog op het bekomen van de nodige accounts, doch onder voorbehoud van bekrachtiging van deze beslissing op de eerstvolgende gemeenteraad.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing en het contactonderzoek ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Geconsolideerde besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing en het contactonderzoek ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken tot verderzetting van de engagementen.
Besluit van 16 juli 2021 met verlenging van de subsidieperiode voor optie 1 van 1 september tot en met 15 oktober 2021.
Gelet op artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie verankert het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen. Dit beginsel houdt in dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;
Gelet op de oproep van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020, verankerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 en een derde maal verlengd door het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, aan alle Vlaamse gemeenten om aanvullend en ondersteunend aan de reeds bestaande initiatieven bijkomende engagementen op te nemen in deze strijd;
Gelet dat sinds de opstart optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse van clusters, quarantainecoaching en aandacht voor kwetsbare personen of groepen) een belangrijk beheersinstrument vormt om (1) contacten van besmette personen snel te identificeren en in quarantaine te plaatsen, (2) (uitbraak)clusters te detecteren en isoleren en (3) burgers blijvend aan te moedigen en te sensibiliseren om de basismaatregelen vol te houden om zo de transmissie van het COVID-19 virus te doorbreken en deze pandemie in te dijken en dat lokaal bestuur Kontich voor dit alles concrete acties neemt;
De vaccinatiecampagne draait weliswaar op volle toeren, maar het zal vermoedelijk nog tot najaar 2021 duren vooraleer de vaccinatiegraad voldoende hoog is om groepsimmuniteit te bekomen. Door reizen naar het buitenland, grotere (sport)evenementen in combinatie met de versoepelingen van het “Zomerplan” en de oprukkende deltavariant bestaat een verhoogd risico op het importeren/verder verspreiden van nieuwe varianten. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat een derde coronavaccinatie nodig zal zijn om de bevolking te beschermen tegen oprukkende nieuwe varianten van het coronavirus en is er nog onvoldoende zekerheid over de duur van de beschermingsgraad van de huidige vaccins. Gelet dat naast de vaccinatiecampagne preventie, sensibilisering en bronopsporing ook de komende maanden een belangrijke beschermingslinie tegen de verspreiding van het virus blijven;
Om al die redenen blijft verhoogde waakzaamheid nodig om snel te kunnen ingrijpen bij uitbraken en een stijgende besmettingsgraad. Dit vraagt aandacht voor het verder opvolgen van alle basismaatregelen, voor snelle detectie van uitbraken of clustervorming en opvolging van isolatie- en quarantainemaatregelen. Daarom worden de complementaire engagementen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie verder opgenomen. Om de aangegane samenwerking opnieuw te kunnen verlengen, was de ondertekening van het derde addendum bij de samenwerkingsovereenkomst van 18 januari 2021 vereist.
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toeliet te wachten tot de eerstvolgende gemeenteraad omwille van de noodzaak om de engagementen te kunnen verder zetten en dat die hoogdringendheid blijkt uit bovenstaande redenen, nam het college van burgemeester en schepenen het besluit tot ondertekening op 9 augustus 2021 van het derde addendum bij de samenwerkingsovereenkomst van 18 januari 2021.
Zij deed dit onder voorbehoud van bekrachtiging van onderhavig besluit door de eerstvolgende gemeenteraad waarop dit dossier rechtsgeldig kon worden geagendeerd.
De gemeenten die inzetten op optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse van clusters, quarantainecoaching en aandacht voor kwetsbare personen of groepen) krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor de periode van 1 september 2021 tot en met 15 oktober 2021, dit als derde verlenging na vorige periodes.
Artikel 1.
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020, het geconsolideerde besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021 en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Art. 2.
De gemeenteraad neemt kennis van het voorgelegde addendum bij de samenwerkingsovereenkomst aangegaan op 18 januari 2021, in verlenging van het addendum aangegaan op 12 april 2021 en de tweede verlening aangegaan op 17 mei 2021, zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 9 augustus 2021 en bekrachtigt dit.
Marc Van den Brande :
- over de overstromingen van deze zomer en de situering van bouwgronden in watergevoelige gebieden in Kontich
- over het verbod om grote PMD-stukken in de container van het recyclagepark te deponeren zonder blauwe zak;
Antwoord schepen K. Van Elshocht.
Wim Annaert : stand van zaken gevaarlijke oversteekplaats Pegode (Ferd. Maesstraat Waarloos).
Antwoord schepen W. Wevers.
zie audioverslag.
De voorzitter sluit de zitting op 20/09/2021 om 22:47.
Namens Gemeenteraad,
Luc Dom
Algemeen directeur
Peter Lambrechts
Voorzitter