Het college keurt de aanpassingen van de rechtspositieregeling voor gemeente en OCMW Kontich goed.
In de het college van burgemeester en schepenen van heden worden verschillende artikels aangepast in de rechtspositieregeling.
1. Efficiëntieoefening / beleidsplanning
Artikel 1
De eerste aanpassingen kaderen in een efficiëntieoefening die we als bestuur maken.
Momenteel hanteren wij 2 verschillende vakantiestelsel in ons lokaal bestuur. Het publieke stelsel en het private stelsel. Statutaire personeelsleden vallen onder het publieke stelsel, contractuele personeelsleden vallen onder het private stelsel.
Het is toegelaten om het vakantiestelsel publieke sector ook toe te passen voor contractuele personeelsleden
We stellen voor om de overstap van het private stelsel naar het publieke stelsel te maken voor onze contractuele personeelsleden.
Een vakantieregeling die gebaseerd is en opgebouwd wordt volgens de arbeidsprestaties in het lopende jaar, sluit nauwer aan bij wat de Europese wetgeving vooropstelt.
Ook werken we zo de verschillen tussen contractuele en statutaire personeelsleden verder weg.
Deze wijziging houdt een éénmalige investering (uitbetaling enkelvoudig vakantiegeld) in voor het bestuur, met een geleidelijke besparing (lagere loonmatigheidsbijdrage en geen bijzondere bijdrage werkloosheid) tot gevolg.
Artikel 2
Bovenop deze overstap is er ook nog een wijziging in wetgeving die ingaat op 1/1/2024. Indien het personeelslid niet in staat is om vakantiedagen op te nemen in het vakantiejaar wegens ziekte en ongeval, arbeidsongeval en beroepsziekte, moederschapsrust en vervangende geboorteverlof, profylactisch verlof, adoptieverlof en pleegzorg- en pleegouderverlof heeft het personeelslid in het private stelsel het recht om dit verlof over te dragen en op te nemen in de termijn van 24 maanden na het vakantiejaar.
Hogere Europese regelgeving en rechtspraak schrijft voor dat ieder personeelslid in staat moet zijn om niet opgenomen vakantiedagen over te dragen en op te nemen binnen een periode van 15 maanden na het vakantiejaar.
Omdat het transparanter en duidelijker is om te werken met volle dienstjaren en dit nauwer aansluit bij de Belgische wetgeving van het private stelsel, wordt een overdrachtsperiode van 24 maanden voorgesteld.
De verdere modaliteiten van deze overdracht worden nog uitgewerkt en in een latere fase ter goedkeuring voorgelegd.
2. BVR RPR
Artikel 3 tot en met 14
Het nieuwe BVR RPR is op 8 maart 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, wat inhoudt dat het in werking treedt op 18 maart 2023.
De teksten bevatten veel meer vrijheidsgraden, waardoor er veel meer autonomie gecreëerd wordt voor het vaststellen van de rechtspositie van de personeelsleden van lokale besturen (aanwerving, salaris, loopbaan, …) en men werkt op verschillende plaatsen verder verschillen weg tussen de statutaire en contractuele personeelsleden.
Als lokaal bestuur ben je niet verplicht om de bestaande rechtspositieregeling aan te passen, zelfs niet als deze in strijd is met bepalingen in het nieuwe Rechtspositiebesluit. Er is geen verplichte timing vastgelegd. We kunnen de bestaande rechtspositieregeling dus op ons eigen tempo aanpassen en kiezen zelf wanneer we welk deel aanpassen.
We vertrekken vanuit onze HR-visie en andere visieteksten die we voorhanden hebben om de vrijheidsgraden die het nieuwe BVR RPR biedt in te bedden in een groter, logisch verhaal. Deze koppeling maakt duidelijk waarom we bepaalde keuzes maken en andere niet.
Al bovenstaande wijzigingen worden nog doorgenomen en juridisch gecontroleerd in samenwerking met externe partner Jurplus op woensdag 6 september 2023.
In tussentijd is er een sneuvelversie opgemaakt van de nieuwe rechtspositieregeling, die in bijlage is opgenomen.
Artikel 186 §1 en §2 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel vaststelt.
In de GR van 17 juni 2019 werden deze bevoegdheden (organogram incl. formatie en rechtspositieregeling) gedelegeerd aan het CBS.
Artikel 41, tweede lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Eénmalige uitbetaling enkelvoudig vakantiegeld
Artikel 1.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de overstap van het privaat vakantiestelsel naar het publiek vakantiestelsel voor contractuele personeelsleden principieel goed.
Art. 2
Het college van burgemeester en schepenen keurt de overdracht van niet opgenomen vakantiedagen wegens ziekte en ongeval, arbeidsongeval en beroepsziekte, moederschapsrust en vervangend geboorteverlof, profylactisch verlof, adoptieverlof en pleegzorg- en pleegouderverlof voor een periode van 24 maanden na het einde van het vakantiejaar, principieel goed.
Art. 3
Het college van burgemeester en schepenen keurt principieel goed dat in uitzonderlijke gevallen van de rechtspositieregeling kan worden afgeweken. Dit in kader van het garanderen van redelijke aanpassingen voor personen met een handicap of toegepast op de context van een re-integratie bij arbeidsongeschiktheid. De afwijking mag enkel toegepast worden in functie van verwijdering van de verschillende drempels die beletten om volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met andere werknemers aan het beroepsleven deel te nemen. Deze afwijking wordt opgenomen in het toepassingsgebied van de rechtspositieregeling.
Art. 4
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling die het mogelijk maakt om als personeelslid via een procedure van mobiliteit in dezelfde of in een lagere graad te worden heraangesteld, principieel goed.
Art. 5
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling waarbij de minimale anciënniteit als mobiliteits- en bevorderingsvoorwaarde wordt geschrapt, principieel goed.
Art. 6
Het college van burgemeester en schepenen keurt de éénmalige regulariseringsbepaling principieel goed. Deze regulariseringsbepaling wordt aan de rechtspositieregeling toegevoegd en bepaalt dat personeelsleden van gemeente en OCMW Kontich die op 18 maart 2023 gedurende ten minste 5 jaar werkzaam zijn in het bestuur in aanmerking om deel te nemen aan de procedures voor interne mobiliteit en bevordering.
Art. 7
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling principieel goed, waarbij de salarisvoorwaarden in kader van herplaatsing van contractuele personeelsleden in worden opgenomen.
Art. 8
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling principieel goed, waarbij herplaatsing voor statutaire personeelsleden om medische redenen ook tijdelijk wordt mogelijk gemaakt.
Art. 9
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling principieel goed, waarbij het huidige systeem van vooruitbetaling van vast aangestelde statutaire personeelsleden wordt opgeheven. Het salaris van zowel statutaire als contractuele personeelsleden zal worden betaald op het einde van de maand waarvoor de betaling geldt.
Art. 10
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling principieel goed, waarbij we gebruik maken van het systeem van variabele RSZ-dagen voor de uitbetaling van onvolledige maanden.
Art. 11
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling principieel goed, waarbij we de periodes van ziekte-uitkering en disponibiliteit beperken tot 12 maanden in de opbouw van vakantiegeld.
Art. 12
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling principieel goed, waarbij we de periodes van ziekte-uitkering en disponibiliteit beperken tot 12 maanden in de opbouw van de eindejaarstoelage.
Art. 13
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling principieel goed, waarbij de 26 vakantiedagen + 4 dagen dienstvrijstelling van het OCMW-personeel categorie 3 worden omgezet naar 30 vakantiedagen.
Art. 14
Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging aan de rechtspositieregeling principieel goed, waarbij de 11 feestdagen + 3 dagen dienstvrijstelling van OCMW personeel categorie 3 worden omgezet naar 11 feestdagen + 3 bijkomende feestdagen.