Deze beslissing betreft een aanpassing van het gemeentelijk politiereglement gemeente Kontich – Bijlage 1 houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijk inrichtingen. Goedgekeurd door gemeenteraad op 20 september 2021.
Het nieuwe reglement zou ingaan op 1 januari 2026, tot dan blijft de versie goedgekeurd op 20 september 2021 van toepassing.
Er wordt door de brandweer een toelichting voorzien op dinsdag 30 september 2025 en/of donderdag 16 oktober 2025.
Bijlagen
Aan het besluit worden 2 documenten toegevoegd:
Deze documenten maken integraal deel uit van de beslissing.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017; Art. 40.§ 1.: De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen.
De zoneraad van de brandweer Zone Rand adviseert volgende aanpassingen:
Administratieve bepalingen
Definities (art. 1.1)
Verbouwen (art. 3.1.6)
Huidige situatie
Verbouwen: Structurele wijzigingen
Vaststelling
Te algemene formulering.
Voorstel tot aanpassing
Verbouwen: Structurele wijzigingen aanbrengen die een invloed hebben op de stabiliteit en/of brandweerstand van de scheidende elementen.
Herinrichten (art. 3.1.8)
Huidige situatie
Herinrichten: Een bestaande publiek toegankelijke inrichting wijzigen zonder aanpassingen aan de structuur.
Vaststelling
De wijzigingen in het aantal aanwezigen, de compartimentering en evacuatie (vluchtwegen) hebben invloed op de brandveiligheid. Op deze aanpassingen willen we als brandweer advies verlenen.
Voorstel tot aanpassing
Herinrichten: Een bestaande publiek toegankelijke inrichting wijzigen zonder aanpassingen aan de structuur maar wel met invloed op:
Toepassingsgebied (art. 3.2.2)
Huidige situatie
Dit reglement is niet van toepassing op:
Vaststelling
a. Wanneer schoolgebouwen door derden gebruikt worden, zijn de bezoekers niet bekend met deze gebouwen. Er is ook geen begeleiding vanuit de school aanwezig. Dikwijls wordt er een sleutel overhandigd en zijn de aanwezigen op zichzelf aangewezen bij een incident.
b. In Vlaanderen zijn er zes erkende erediensten. Praktijk leert dat andere lokalen / ruimten gebruikt voor erediensten amateuristisch zijn ingericht en niet aangepast aan het aantal te verwachten bezoekers.
Wanneer er evenementen worden georganiseerd in deze gebouwen zoals vb. een concert is het aantal te verwachten personen beduidend hoger.
Voorstel tot aanpassing
Dit reglement is niet van toepassing op:
Brandveiligheidsattest (art. 3.3)
Huidige situatie
De exploitant van een “nieuwe” publiek toegankelijke inrichting is verplicht:
Het brandveiligheidsattest wordt aangevraagd door de exploitant aan de burgemeester in volgende gevallen:
Vaststelling
De termijn van 60 dagen wordt niet gehanteerd. De exploitanten zijn nog niet voldoende ver met het oprichten van hun instelling. Te vroeg aangevraagde controle bezoeken leiden tot situaties waarbij de brandweer op een ‘werf’ terechtkomt en bijgevolg geen verslag kan opstellen. Praktijk leert dat de instellingen pas net voor opening afgewerkt zijn en klaar voor controle.
Voorstel tot aanpassing
De exploitant van een “nieuwe” publiek toegankelijke inrichting is verplicht:
Het brandveiligheidsattest wordt aangevraagd door de exploitant aan de burgemeester in volgende gevallen:
Stappenplan (art. 3.3.7)
Huidige situatie
Bij het uitreiken van een B attest heeft de exploitant zes maanden om een stappenplan uit te werken om aan het reglement te voldoen. Dit stappenplan wordt aan de burgemeester bezorgd binnen de vooropgestelde termijn.
Vaststelling
De termijn om een stappenplan uit te werken is in andere brandveiligheidswetgevingen zoals de ouderenvoorzieningen, toerisme voor allen, …vastgelegd op 7 maanden.
Om de eenvormigheid voor uitbaters, preventionisten en bestuur te vergroten wordt voorgesteld de termijn op te trekken naar 7 maanden.
Voorstel tot aanpassing
Bij het uitreiken van een B attest heeft de exploitant zeven maanden om een stappenplan uit te werken om aan het reglement te voldoen. Dit stappenplan wordt aan de burgemeester bezorgd binnen de vooropgestelde termijn.
Afwijking (art. 3.5)
Huidige situatie
Procedure
De aanvraag tot afwijking wordt door de exploitant schriftelijk aan de burgemeester bezorgd, die ze voor advies kan doorsturen naar de afwijkingscommissie. Het afwijkingsdossier omvat minstens volgende zaken:
Vaststelling
Dubbele formulering in de vraag naar gelijkwaardig veiligheidsniveau.
Voorstel tot aanpassing
Procedure
De aanvraag tot afwijking wordt door de exploitant schriftelijk aan de burgemeester bezorgd, die ze voor advies kan doorsturen naar de afwijkingscommissie. Het afwijkingsdossier omvat minstens volgende zaken:
Technische bepalingen
Keuken (art. 4.1.9)
Huidige situatie
Een lokaal, of een gedeelte daarvan, waarin zich toestellen bevinden met een totaal gecummuleerd elektrisch vermogen groter of gelijk aan 10 kW of met open vlam.
Vaststelling
Vaste frituurtoestellen vormen een gekend risico op brand.
Voorstel tot aanpassing
Een lokaal, of een gedeelte daarvan, waarin zich ofwel:
Aantal toegelaten personen (art. 4.2)
Huidige situatie
Aantal toegelaten personen
De exploitant heeft een vork waartussen hij het aantal toegelaten personen kan bepalen. Deze vork wordt gevormd door het minimum aantal personen en het maximum aantal personen.
Minimum aantal toegelaten personen
Het minimum aantal toegelaten personen (inclusief personeel) wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande regels:
Maximum aantal toegelaten personen
Het maximum aantal toegelaten personen (inclusief het personeel) wordt vastgesteld aan de hand van de criteria vermeld in punten 1 t.e.m. 4. Het meest ongunstige criterium geldt, dus datgene dat het minst aantal personen vermeldt.
Uitzondering
Het maximum aantal toegelaten personen is telkens opnieuw te bepalen bij een gewijzigde opstelling. Vooral bij de exploitatie van een polyvalente zaal dient hieraan bijzondere aandacht besteed.
Het maximum aantal toegelaten personen kan door de brandweerdienst worden verminderd op basis van de risico’s, de bezetting, de functie, de bereikbaarheid of de inplanting van de publiek toegankelijke inrichting
Vaststelling
De beschrijving van het “minimum en maximum aantal toegelaten personen” geeft aanleiding tot verwarring. Dit bij uitbaters, preventionisten en de besturen. Duidelijker wordt het wanneer we spreken van een onder- en bovengrens. De ondergrens bepaalt de uitgangen en maatregelen.
Het reglement zorgt ervoor dat de exploitant er belang bij heeft om een lager aantal gebruikers vast te leggen en zo in een lagere categorie ingedeeld te worden. De voorwaarden zijn namelijk minder streng voor de lagere categorieën. Kantelpunten zijn 10, 50 en 500 personen. Vanaf 500 personen moet er vb. een automatische branddetectie installatie geplaatst worden.
Om dit op te vangen werd bij opmaak van het reglement een beveiliging ingebouwd zodat het minimum aantal toegelaten personen niet lager kan gelegd worden dan wat redelijk kan verwacht worden. Deze beveiliging is nodig maar veroorzaakt problemen bij bepaalde categorieën. Voornamelijk de kleinere horecazaken, sportcomplexen, bowlings, ….
Een moeilijkheid is het ontbreken van een eenduidige indeling in categorieën, wat is een restaurant, café, taverne, danscafé, … wat met een restaurant in een bowlingzaal? Wat met alle verschillende evenementenlocaties zoals bowlings, VR-games, escape-rooms, ….
Het reglement vereist dat er in deze gevallen telkens een afwijking moet gevraagd worden aan de burgemeester. De burgemeester kan advies op deze afwijkingsaanvraag aan de hulpverleningszone vragen. Voor de nieuwe gebouwen moet er mogelijks eveneens een afwijkingsaanvraag worden ingediend bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Een omslachtige procedure voor de uitbater.
Voorstel tot aanpassing
Aantal toegelaten personen
Het maximum aantal toegelaten personen wordt voorgesteld door de exploitant. Het wordt beperkt door het aantal, de ligging en de afmetingen van de uitgangen en de dimensies van de evacuatiewegen.
Het maximum aantal toegelaten personen is afhankelijk van de opstelling in en de inrichting van de zaal. Vooral bij de exploitatie van een polyvalente zaal dient hieraan bijzondere aandacht besteed te worden.
Het maximum aantal toegelaten personen kan door de brandweerdienst worden verminderd op basis van de risico’s, de bezetting, de functie, de bereikbaarheid of de inplanting van de publiek toegankelijke inrichting.
Indien de oppervlakte van de zaal maakt dat de capaciteit door de brandweer hoger ingeschat wordt dan voorgesteld door de exploitant, kan de brandweer de burgemeester adviseren om de inrichting eventueel in een hogere categorie in te delen en bijkomende uitgangen en evacuatiewegen op te leggen.
De brandweer kan zich hiervoor onder andere baseren op volgende criteria:
Het aantal vaste zitplaatsen en overige oppervlakte volgens onderstaande regels;
Categorie 1
Organisatie (art. 5.7)
Veiligheidsregister (art. 5.7.1)
Huidige situatie
In elke publiek toegankelijke inrichting dient een veiligheidsregister permanent ter inzage te liggen voor de bevoegde instanties, alsook voor de personen die hiertoe door de burgemeester werden gemachtigd. Dit register bevat informatie over veiligheidsvoorschriften en vergunningen, waaronder (indien van toepassing):
Vaststelling
het opnemen van de milieu- en omgevingsvergunning in de oplijsting zorgt voor verwarring. Weinig uitbaters beschikken over deze gegevens. We stellen dan ook voor om ze te schrappen uit de oplijsting.
Voorstel tot aanpassing
In elke publiek toegankelijke inrichting dient een veiligheidsregister permanent ter inzage te liggen voor de bevoegde instanties, alsook voor de personen die hiertoe door de burgemeester werden gemachtigd. Dit register bevat informatie over veiligheidsvoorschriften en vergunningen, waaronder (indien van toepassing):
Technische installaties (art. 5.7.5)
Huidige situatie
De verantwoordelijke moet volgende installaties periodiek laten nazien.
Vaststelling
Het reglement bevat een algemene opsomming. Niet alle installaties zijn altijd aanwezig.
Voorstel tot aanpassing
Indien aanwezig, moet de verantwoordelijke volgende installaties periodiek laten nazien:
Categorie 2
Inplanting (art.6.1)
Huidige situatie
De inrichting is rechtstreeks en voortdurend bereikbaar door de voertuigen van de hulpdiensten.
Op de toegangswegen wordt steeds een rijstrook vrijgehouden waar stilstaan en parkeren verboden is. Hydranten moeten ten allen tijde vrij blijven en bereikbaar voor de hulpdiensten
Vaststelling
De inrichting van de openbare weg is de bevoegdheid van de overheid. De exploitant heeft hierin geen bevoegdheid.Het gaat dan ook over de private toegangswegen waarvoor de exploitant bevoegd is. De inrichting hiervan moet zorgen dat de inrichting ten alle tijde bereikbaar is.
Voorstel tot aanpassing
De inrichting is rechtstreeks en voortdurend bereikbaar door de voertuigen van de hulpdiensten.
Op de private toegangswegen wordt steeds een rijstrook vrijgehouden waar stilstaan en parkeren verboden is. Hydranten moeten ten allen tijde vrij blijven en bereikbaar voor de hulpdiensten
Uitgangen - automatische deuren (art. 6.4.6)
Huidige situatie
Automatisch werkende deuren mogen gebruikt worden, mits zij uitgerust zijn met paniekbeslag.
Vaststelling
Bestaande systemen welke automatisch openen bij defect of stroomuitval zijn onderwerp van een afwijkingsaanvraag. Er is geen veiligheidsrisico bij dit type deur. De aanvraag betreft dus een formaliteit en is omslachtig voor de uitbater en bestuur.
Voorstel tot aanpassing
Automatisch werkende deuren mogen gebruikt worden mits zij, ofwel zijn uitgerust met paniekbeslag, ofwel bij het uitvallen van de elektrische stroom of een ander defect automatisch in open stand worden geplaatst.
Technische ruimte (6.5)
Huidige situatie
In lokalen met een centrale verwarmingsinstallatie en/of installatie voor warmwaterproductie moeten alle nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen om oververhitting, ontploffing en brand te voorkomen. In de omgeving van de installatie dient alles wat het brandrisico verhoogt, te worden geweerd.
Installaties met een nominaal vermogen vanaf 75 kW dienen in een technisch lokaal met wanden EI 60 en zelfsluitende deuren EI1 30 te worden ondergebracht.
Vaststelling
Er wordt meer en meer gebruikgemaakt van nieuwe technieken zoals warmtepompen. Het artikel is van toepassing op de installaties die werken met verbranding. De formulering is hieraan aan te passen cfr. het KB 7 juli 1994 (en wijzigingen).
Voorstel tot aanpassing
In lokalen met een centrale verwarmingsinstallatie en/of installatie voor warmwaterproductie moeten alle nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen om oververhitting, ontploffing en brand te voorkomen. In de omgeving van de installatie dient alles wat het brandrisico verhoogt, te worden geweerd.
Verbrandingstoestellen met gecumuleerd verbrandingsdebiet vanaf 75 kW dienen in een technisch lokaal met wanden EI 60 en zelfsluitende deuren EI1 30 te worden ondergebracht.
Kookgelegenheden (art. 6.5.2)
Huidige situatie
Frituurtoestellen bevinden zich op minstens 2 m van een evacuatieweg of zijn uitgerust met een vaste automatische blusinstallatie, welke gekoppeld is aan een mechanisme dat de toevoer van energie naar het toestel onderbreekt bij het in werking treden van de blusinstallatie.
Huidige situatie
Blusvoorzieningen zijn te voorzien nabij de verplaatsbare friteuses om branduitbreiding te voorkomen.
Voorstel tot aanpassen
Frituurtoestellen bevinden zich op minstens 2 m van een evacuatieweg of zijn uitgerust met een vaste automatische blusinstallatie, welke gekoppeld is aan een mechanisme dat de toevoer van energie naar het toestel onderbreekt bij het in werking treden van de blusinstallatie.
Nabij een verplaatsbare friteuse is een goed passend metalen deksel en voldoende groot branddeken conform EN 1869 te voorzien.
Organisatie (art. 6.7)
Huidige situatie
De verantwoordelijke moet volgende installaties periodiek laten nakijken.
Vaststelling
Het reglement bevat een algemene opsomming. Niet alle installaties zijn altijd aanwezig.
Voorstel tot aanpassing
Indien aanwezig, moet de verantwoordelijke volgende installaties periodiek laten nazien:
Organisatie - overzichtstabel (art. 6.7.6)
Huidige situatie
| Veiligheidsverlichting - goede werking |
Bevoegd persoon |
6-maandelijks |
Vaststelling
Om de goede werking van de ganse installatie te garanderen is het nodig om op regelmatige basis een keuring te laten uitvoeren door een erkend organisme (EO).
De elektrische laagspanningsinstallatie wordt 5-jaarlijks door een erkend organisme gekeurd. Als voorstel wordt dezelfde termijn opgenomen. Algemeen keurt de EO zowel de laagspanning als veiligheidsverlichting. Dit kan dus in één controlebezoek / verslag worden opgenomen.
Voorstel tot aanpassing
| Veiligheidsverlichting |
Erkend organisme |
5-jaarlijks |
| Veiligheidsverlichting - goede werking |
Bevoegd persoon |
6-maandelijks |
Categorie 3
Inplanting (art. 7.1)
Huidige situatie
De inrichting is rechtstreeks en voortdurend bereikbaar door de voertuigen van de hulpdiensten.
Op de toegangswegen wordt steeds een rijstrook vrijgehouden waar stilstaan en parkeren verboden is. Hydranten moeten ten allen tijde vrij blijven en bereikbaar voor de hulpdiensten
Vaststelling
De inrichting van de openbare weg is de bevoegdheid van de overheid. De exploitant heeft hierin geen bevoegdheid. Het gaat dan ook over de private toegangswegen waarvoor de exploitant bevoegd is. De inrichting hiervan moet zorgen dat de inrichting ten alle tijde bereikbaar is.
Voorstel tot aanpassing
De inrichting is rechtstreeks en voortdurend bereikbaar door de voertuigen van de hulpdiensten.
Op de private toegangswegen wordt steeds een rijstrook vrijgehouden waar stilstaan en parkeren verboden is. Hydranten moeten ten allen tijde vrij blijven en bereikbaar voor de hulpdiensten
Uitgangen - automatische deuren (art. 7.4.6)
Huidige situatie
Automatisch werkende deuren mogen gebruikt worden, mits zij, uitgerust zijn met paniekbeslag.
Vaststelling
Bestaande systemen welke automatisch openen bij defect of stroomuitval zijn onderwerp van een afwijkingsaanvraag.
Voorstel tot aanpassing
Automatisch werkende deuren mogen gebruikt worden mits zij, ofwel zijn uitgerust met paniekbeslag, ofwel bij het uitvallen van de elektrische stroom of een ander defect automatisch in open stand worden geplaatst.
Technische ruimte (7.5.1.2)
Huidige situatie
In lokalen met een centrale verwarmingsinstallatie en/of installatie voor warmwaterproductie moeten alle nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen om oververhitting, ontploffing en brand te voorkomen. In de omgeving van de installatie dient alles wat het brandrisico verhoogt, te worden geweerd.
Installaties met een nominaal vermogen vanaf 75 kW dienen in een technisch lokaal met wanden EI 60 en zelfsluitende deuren EI1 30 te worden ondergebracht.
Vaststelling
Er wordt meer en meer gebruikgemaakt van nieuwe technieken zoals warmtepompen. Het artikel is van toepassing op de installaties die werken met verbranding. De formulering is hieraan aan te passen cfr. het KB 7 juli 1994 (en wijzigingen)..
Voorstel tot aanpassing
In lokalen met een centrale verwarmingsinstallatie en/of installatie voor warmwaterproductie moeten alle nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen om oververhitting, ontploffing en brand te voorkomen. In de omgeving van de installatie dient alles wat het brandrisico verhoogt, te worden geweerd.
Verbrandingstoestellen met gecumuleerd verbrandingsdebiet vanaf 75 kW dienen in een technisch lokaal met wanden EI 60 en zelfsluitende deuren EI1 30 te worden ondergebracht.
Technische ruimte (7.5.1.5)
Huidige situatie
Op de gastoevoerleiding dient buiten het gebouw een afsluiter aangebracht te worden en de plaats hiervan dient duidelijk zichtbaar te zijn op de gevel.
Vaststelling
Het plaatsen van een gasafsluiter is een grote kost voor de exploitant. Indien de gasleiding een te kleine diameter heeft, wordt er vanuit de gasmaatschappij geen afsluiter geplaatst.
De gasmaatschappij bepaalt of een gasafsluiter noodzakelijk is.
Voorstel tot aanpassing
Schrappen van het artikel.
Organisatie (art. 7)
Huidige situatie
De verantwoordelijke moet volgende installaties periodiek laten nazien.
Vaststelling
Het reglement bevat een algemene opsomming. Niet alle installaties zijn altijd aanwezig.
Voorstel tot aanpassing
Indien aanwezig, moet de verantwoordelijke volgende installaties periodiek laten nazien:
Organisatie - overzichtstabel (art. 7.6)
Huidige situatie
| Veiligheidsverlichting - goede werking |
Bevoegd persoon |
6-maandelijks |
Vaststelling
Om de goede werking van de ganse installatie te garanderen is het nodig om op regelmatige basis een keuring te laten uitvoeren door een erkend organisme (EO).
De elektrische laagspanningsinstallatie wordt 5-jaarlijks door een erkend organisme gekeurd. Als voorstel wordt dezelfde termijn opgenomen. Algemeen keurt de EO zowel de laagspanning als veiligheidsverlichting. Dit kan dus in één controlebezoek / verslag worden opgenomen.
Voorstel tot aanpassing
| Veiligheidsverlichting |
Erkend organisme |
5-jaarlijks |
| Veiligheidsverlichting - goede werking |
Bevoegd persoon |
6-maandelijks |
Enig artikel.
De gemeenteraad keurt het ontwerp aanpassing politiereglement voor publiek toegankelijke inrichtingen goed, zoals goedgekeurd in de zoneraad van juni 2025.