De voorzitter opent de zitting op 20/12/2021 om 20:05.
Op 15 november 2021 vond een raad voor maatschappelijk welzijn plaats waarvan de notulen en het zittingsverslag in een volgende zitting moeten worden goedgekeurd.
De notulen zijn terug te vinden in bijlage, het zittingsverslag werd gepubliceerd op de gemeentewebsite en is raadpleegbaar via https://kontich.notubiz.be/
Art. 32 en 74 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Enig artikel.
De notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 november 2021 worden goedgekeurd.
Op 12/10/2021 ontving het secretariaat de brief van de gouverneur betreffende de jaarrekening 2020 OCMW via het digitaal loket van het Agentschap Binnenlands Bestuur. De brief zit in bijlage.
Art. 332 § 1 derde lid van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid ter kennis worden gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of OCMW-raad.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Enig artikel.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van het OCMW door de gouverneur op 11/10/2021.
De beleidsrapporten van de gemeente en het OCMW vormen een geïntegreerd geheel.
Het meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
In de strategische nota van het meerjarenplan worden de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid geïntegreerd weergegeven.
In de financiële nota van het meerjarenplan wordt de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota weergegeven en wordt verduidelijkt hoe het financieel evenwicht wordt gehandhaafd.
De toelichting van het meerjarenplan bevat de alle informatie over de verrichtingen en het ontwerp van meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.
Artikel 41 3° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de goedkeuring van de beleidsrapporten van het gemeentebestuur en het OCMW en de aanpassingen ervan.
Het advies van het managementteam dd. 24/11/21.
Enig artikel.
De raad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast, voor het gedeelte OCMW, omvattende de strategische nota, de financiële nota en de toelichting. De kredieten voor 2022 worden vastgesteld.
In toepassing van het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale besturen, diende elk bestuur een aanvullend pensioenstelsel, ook wel tweede pensioenpijler genoemd, in te voeren voor al het contractueel personeel. Voor het personeel van het gemeente en het OCMW werd het percentage van de 2de pensioenpijler vastgesteld op 1% met ingang van 1 januari 2011.
In toepassing van het VIA-4 akkoord voor de diensten en de instellingen die door Vlaanderen gesubsidieerd worden, kon een aanvraag ingediend worden om beroep te doen op de door de Vlaamse Regering gedoteerde middelen om de koopkracht van de personeelsleden uit deze sectoren te verhogen. Door het bestuur werd geopteerd om de pensioentoelage voor de tweede pensioenpijler van de contractuele personeelsleden van de VIA-diensten met ingang van 1 januari 2014 te verhogen met 2,5%. Voor deze verhoging werd er beroep gedaan op de reguliere middelen die met het VIA-4 akkoord aan het bestuur toegekend werden. Deze middelen worden elk jaar toegekend. Het bedrag ligt vast. Deze verhoging van de tweede pensioenpijler was dus in eerste instantie enkel voorzien voor de contractuele medewerkers van de VIA-diensten (gezinszorg, kinderopvang, …) Omdat niet alle voor de sector toegekende koopkrachtmiddelen van het VIA-4 akkoord aangevraagd en besteed werden, konden besturen een aanvraag indien voor de zogenaamde restmiddelen. Er werd geopteerd om de aan het bestuur toegekende restmiddelen van het VIA-4 akkoord met ingang van 1 januari 2015 te besteden aan de verhoging met 2,5% van de pensioentoelage voor de tweede pensioenpijler van de contractuele personeelsleden die niet behoren tot de VIA-diensten van gemeente en OCMW. Het bedrag van de restmiddelen lag niet vast, en vermindert jaarlijks aangezien stelselmatig meer en meer besturen hiervan gebruik maakten. Sinds 1 januari 2015 genieten alle contractuele personeelsleden dus van een tweede pensioenpijler van 1%+2,5%. In november 2017 besloot de raad voor maatschappelijk welzijn om - ongeacht de toegekende restmiddelen - de tweede pensioenpijler te verankeren op 3,5%.
De wet van 30 maart 2018 (Wet Bacquelaine) wenste de lokale en provinciale besturen verder aan te moedigen om een aanvullend pensioen in te voeren. Hiertoe werd de mogelijkheid ingevoerd om een gedeelte van de kost voor de financiering van het aanvullend pensioen in mindering te brengen op de responsabiliseringsfactuur (cfr. vermindering statutaire tewerkstelling). Een lokaal of provinciaal bestuur dat een aanvullend pensioenstelsel heeft dat aan de voorwaarden voldoet, kan 50 % van de kost van dit pensioenstelsel in mindering brengen op zijn responsabiliseringsbijdrage. Eén van de voorwaarden stelt dat het pensioenstelsel ten gunste moet zijn van alle contractuele personeelsleden, en er moet voorzien worden in de storting op de individuele rekening van een bijdrage op jaarbasis voor de opbouw van een rustpensioen ten belope van minstens 2% vanaf 1 januari 2020 en 3% vanaf 1 januari 2021 van de verloning die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen voor het beschouwde jaar. De aan de werkgevers toegekende verminderingen van de responsabiliseringsbijdrage voor de kost van het pensioenstelsel worden ten laste gelegd van de geresponsabiliseerde werkgevers die geen recht hebben op deze vermindering in verhouding tot het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage die elk van deze laatste werkgevers verschuldigd zijn. Dit wil dus zeggen dat het niet-invoeren van dit aanvullend pensioenstelsel zal resulteren in een boete. Aangezien we met onze tweede pensioenpijler al langer op 3,5% zitten, hebben we al recht op deze korting van 50% op de responsabiliseringsbijdragen.
In uitvoering van actie 6.3.5. in de meerjarenplanning 2020-2025 versterken we de tweede pensioenpijler van het contractueel personeel met 0,5% vanaf 2022 en nog eens 0,5% vanaf 2024.
Artikel 77 decreet lokaal bestuur
Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 16 december 2019 houdende goedkeuring meerjarenplanning 2020-2025
Raadscommissie ondersteuning dd. 1 december 2021
Het protocol nr. 2021/10 van het bijzonder onderhandelingscomité van 14 december 2021.
De nodige kredieten worden voorzien in budgetwijziging 2021/02
Enig artikel.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord om het percentage voor de tweede pensioenpijler voor alle contractuele personeelsleden te verhogen tot 4% van het pensioengevend jaarloon vanaf 2022 en 4,5% van het pensioengevend jaarloon vanaf 2024.
In het verleden deed Kontich beroep op de ondersteuning van het Agentschap Integratie en Inburgering (AGII) onder de vorm van sociaal tolken en vertalen, en kenniscentrum rond vragen rond inburgering en integratie.
Het AGII wenst deze ondersteuning nog meer af te stemmen op maat van Kontich en te verankeren in een samenwerkingsovereenkomst. Zie bijlage ( 20211005_SWO2020-2025-AgII-LokaalBestuurKontich)
In deze context werd het proefproject " Thuis in eigen gemeente " uitgewerkt en in september 2021 opgestart. (VAB 8 maart 2021)
De raad voor maatschappelijk welzijn is voor dit agendapunt bevoegd op grond van artikel 78 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Enig artikel.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Inburgering en Integratie goed.
Het OCMW werd dit jaar (2021) verschillende keren geconfronteerd met het in beroep gaan van een cliënt tegen de beslissing van het BCSD.
Deze beslissingen worden genomen in een ruimer maatschappelijk kader maar moeten gemotiveerd worden en in een toegankelijke taal geschreven worden, zodat de aanvrager deze kan begrijpen. Artikel 21 van de wet van 26/05/2002 regelt de bepalingen ter zake.: De beslissing moet met reden worden omkleed. Deze motivering moet afdoende zijn en moet zowel betrekking hebben op de juridische als op de feitelijke elementen die aan de beslissing ten gronde liggen.
In §2 van deze wet wordt meer bepaald gespecificeerd dat, wanneer de beslissing betrekking heeft op een som geld zij het toegekende bedrag moet vermelden, evenals de
berekeningswijze en de periodiciteit.
Met het aangaan van deze samenwerking met KINA pv rechtshulp , onderbouwen we systematisch de juridische motiveringsplicht en heeft het OCMW een vertegenwoordiging bij de Arbeidsrechtbank van Antwerpen in geval van beroep tegen een beslissing van het bijzonder comité sociale dienst.
We opteren voor een ondersteuning van 100u / jaar. In te zetten naargelang de noden en intensiteit van de ondersteuning. Als richtlijn wordt er gestreefd naar een invulling van ongeveer een dag per maand of twee halve dagen per maand. We zouden deze willen laten samenvallen met de periodiciteit van het BCSD. In geval van een vertegenwoordiging in rechte zal dit met deze ondersteuningsuren verrekend worden.
Voor de juridische onderbouwing van de beslissingen opteren we vooral voor een digitale samenwerking. (zonder verplaatsingskosten).
Deze samenwerking is tevens inzetbaar voor het domein sociale huisvesting/ wonen ter juridische ondersteuning van de verantwoordelijke huisvesting.
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor dit agendapunt op grond van artikel 78 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Door een samenwerking met KINA pv aan te gaan wordt de juridische onderbouwing van de beslissingen van het BCSD kwalitatief onderbouwt en heeft het OCMW een deskundige vertegenwoordiging bij de Arbeidsrechtbank van Antwerpen in geval van beroep tegen een beslissing van het bijzonder comité sociale dienst.
Pakket van 100 uur à rato van € 60/u. Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd door middel van een vergelijking van het indexcijfer van januari 2015 (gezondheidsindex basis=2004) met het indexcijfer van december van het voorgaande jaar, aangevuld met verplaatsingsonkosten.
Enig artikel.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de samenwerking met KINA pv, vastgelegd in het projectplan Rechtshulp Kontich 2021, goed.
Geen mondelinge vragen.
De voorzitter sluit de zitting op 20/12/2021 om 20:34.
Namens Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
Luc Dom
Algemeen directeur
Peter Lambrechts
Voorzitter